Actueel
Op deze pagina treft u alle nieuwsberichten, publicaties, video's e.d.
Jouw gekozen filters:
Wie het gezag van God verwerpt, erkent op den duur ook niet meer het gezag van mensen.
ds. H.G. Abma (1917-1992)
Vertrouw het verleden toe aan Gods barmhartigheid, het heden aan Zijn liefde en de toekomst aan Zijn voorzienigheid.
Aurelius Augustinus (354-430)
Maar de vrucht des Geestes is liefde: blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid, matigheid.
Galaten 5 vers 22
Het principiële individualisme is niets anders dan de voltooide liefdeloosheid.
K.H. Miskotte
Vrees God, en houd Zijn geboden, want dit betaamt alle mensen. Want God zal ieder werk in het gericht brengen, met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.
Prediker 12: slotsom
Die op den HEERE vertrouwen, zijn als de berg Sion, die niet wankelt, maar blijft in eeuwigheid. Rondom Jeruzalem zijn bergen; alzo is de HEERE rondom Zijn volk, van nu aan tot in der eeuwigheid.
Psalm 125 vers 1 en 2
Wie zich het verleden niet kunnen herinneren, zijn ertoe veroordeeld dat te herhalen.
George Santayana
Zonder kennis van het verleden weten we in het heden geen weg te vinden.
Gerrit Holdijk (1944-2015)
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
Psalm 19 vers 1
De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, allen, die ze doen, hebben goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Psalm 111 vers 10
Maar de wijsheid, die van boven is, die is ten eerste zuiver, daarna vreedzaam, bescheiden, gezeglijk, vol van barmhartigheid en van goede vruchten, niet partijdig oordelende, en ongeveinsd. En de vrucht der rechtvaardigheid wordt in vrede gezaaid voor degenen, die vrede maken.
Jakobus 3 vers 17 en 18
God is ons een Toevlucht en Sterkte; Hij is krachtelijk bevonden een Hulp in benauwdheden. Daarom zullen wij niet vrezen, al veranderde de aarde haar plaats, en al werden de bergen verzet in het hart der zeeën.
Psalm 46 vers 2 en 3
Gerechtigheid verhoogt een volk, maar de zonde is een schandvlek der natiën.
Spreuken 14 vers 34