Actueel
Op deze pagina treft u alle nieuwsberichten, publicaties, video's e.d.
Jouw gekozen filters:
Angst is de hoogtevrees van de vrijheid.
Sören Kierkegaard
De geloofsuitspraak dat God de Schepper is van hemel en aarde is een motie van vertrouwen.
A. van de Beukel
De vreze des HEEREN is het beginsel der wijsheid, allen, die ze doen, hebben goed verstand; Zijn lof bestaat tot in der eeuwigheid.
Psalm 111 vers 10
Die rechtvaardigheid en weldadigheid najaagt, zal het leven, rechtvaardigheid en eer vinden.
Spreuken 21 vers 21
Een land waar allen vrij zijn om alles te doen, verliest de echte vrijheid.
O. Noordmans
Alle goede gave, en alle volmaakte gift is van boven, van de Vader der lichten afkomende, bij Wie geen verandering is, of schaduw van omkering.
Jakobus 1 vers 17
Hoop heeft twee dochters: woede en moed. Woede over de situatie zoals zij is en de moed om er iets aan te veranderen.
Aurelius Augustinus (354-430)
Indien dan de Zoon u zal vrijgemaakt hebben, zo zult gij waarlijk vrij zijn.
Johannes 8 vers 36
Wordt door het kwade niet overwonnen, maar overwint het kwade door het goede.
Romeinen 12 vers 21
De hemelen vertellen Gods eer, en het uitspansel verkondigt Zijner handen werk.
Psalm 19 vers 1
De lankmoedige is beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest, dan die een stad inneemt.
Spreuken 16 vers 32
Het principiële individualisme is niets anders dan de voltooide liefdeloosheid.
K.H. Miskotte
De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is van geslacht tot geslacht. Hallelujah!
Psalm 146 vers 10
Vertrouw het verleden toe aan Gods barmhartigheid, het heden aan Zijn liefde en de toekomst aan Zijn voorzienigheid.
Aurelius Augustinus (354-430)
Een goede herder scheert zijn schapen, maar vilt ze niet.
Suetonis
HEERE, wie zal verkeren in Uw tent? Wie zal wonen op den berg Uwer heiligheid? Die oprecht wandelt, en gerechtigheid werkt, en die met zijn hart de waarheid spreekt.
Psalm 15 vers 1 en 2
Maar wij verwachten, naar Zijn belofte, nieuwe hemelen en een nieuwe aarde, in dewelke gerechtigheid woont.
2 Petrus 3 vers 13
