26 november 2020

‘Europa moet assertiever optreden tegen handelspartner China’

Al jarenlang zijn China en de Europese Unie handelspartners. Wij verdienen aan de handel met China. Maar we leveren ook in en laten het dictatoriale optreden van de Chinese regering te vaak onweersproken. Er worden geen duidelijke en gerichte sancties tegen China uitgevaardigd. Dat is een misser. Je doet toch geen zaken met iemand die zijn eigen mensen misbruikt of uitbuit?

Wat zijn volgens u de belangrijkste prioriteiten en doelen van China jegens de Europese Unie? Welke kansen of welke gevaren ziet u hierin?

“China is al jaren bezig om cruciale posities te verwerven binnen Europa. Denk aan bedrijven, havens, het 5G-netwerk, spoorlijnen van China richting West-Europa. Aanvankelijk leek het dat China vooral geld wilde investeren voor financieel rendement. Maar daarachter zit uiteindelijk de geopolitieke agenda van de Chinese Communistische Partij (CCP) onder leiding van president Xi Jinping. Het ‘economische’ programma dat bekend staat als het Belt and Road Initiative,vormt één van de kernonderdelen van het buitenlands beleid van president Xi Jinping.

Economische belangen worden daarbij door Beijing ook regelmatig als drukmiddel ingezet, in de trant van: “Als je niet doet wat wij willen, dan moet je daarvoor boeten”. Zo zien we onder Chinese druk meerdere landen toch de Huawei-techniek willen toelaten, die een kern is voor ons mobiele dataverkeer. De Chinese ambassadeur heeft Duitsland gewoon keihard gedreigd anders de verkoop van Duitse auto’s in China te beperken.

China wil bijvoorbeeld ook dat wij ons niet mengen in de discussie over de status van Hongkong en Taiwan. De Tsjechische Senaatsvoorzitter bracht onlangs een bezoek aan Taiwan en kreeg prompt van de Chinese ambassadeur te horen dat ze daarvoor een hoge prijs zou gaan betalen. Toen Nederland in april dit jaar een naamswijziging van de Nederlandse delegatie in Taiwan doorvoerde, van ‘Netherlands Trade and Investment’ Office’ naar ‘Netherlands Office’, werd Nederland ter verantwoording geroepen door China. Op sociale media en in de staatsmedia verschenen oproepen om Nederlandse producten te boycotten.

Vorig jaar bezocht ik zelf Taiwan, met een delegatie van het Europees Parlement. Daar was goed te merken dat het land erg beducht is voor de verdere opmars van China. Die opmars is overal zichtbaar. China sluit grote deals met Aziatische en Afrikaanse landen, vaak in ruil voor grondstoffen. Maar ook in militair opzicht laat China zich steeds vaker gelden. Hoewel er een goede Europese-Chinese samenwerking is geweest bij bijvoorbeeld anti-piraterijmissies voor de Afrikaanse kust, duiden hun acties in de Zuid-Chinese Zee daarnaast op een vergroting van de politieke invloed in de regio. Uiteindelijk wil China de VS als wereldmacht verdringen. De VS is onze bondgenoot, van China kan ik dat niet zeggen.”

Hoe effectief is, in uw ogen, het Europese China-beleid? Worden inhoudelijk de juiste prioriteiten gesteld?

“We hebben China, met 1,4 miljard consumenten, te lang vooral gezien als een afzetmarkt voor onze multinationals, onze Nederlandse bloembollen, kassenbouwers enz. We zagen China bovendien als een lagelonenland, waar we goedkoop producten vandaan konden halen en vervuilende fabrieken best naartoe konden verhuizen. Gezien ons grote tekort op de handelsbalans met China is dat aardig gelukt…

China en de EU zijn geen gelijkwaardige partners. China kent geen vrijemarkteconomie. De economie wordt sterk gecontroleerd door de CCP en er zijn veel staatsbedrijven actief die weliswaar vaak inefficiënt, maar via staatssteun toch kunnen blijven ‘concurreren’. Particuliere bedrijven missen die voordelen, maar compenseren dat internationaal door Westerse knowhow, schaalvoordelen en goedkope arbeid. Ze zijn de motor van de economie en werken efficiënter. Wel zijn ze onderhevig aan overheidscontrole en er bestaan ook partijcellen in elk bedrijf.

De EU mag niet in de val lopen van de economische en politieke retoriek van China. Als China het Belt and Road-initiatief in de EU verder gaat exploiteren, kan dit tot op zekere hoogte vruchten afwerpen, maar dit project is gericht op eenzijdig voordeel voor China. Projecten die in dit kader worden uitgevoerd, staan onder Chinese controle, waarbij Chinese bedrijven het project met Chinese medewerkers uitvoeren, terwijl de financiële risico’s voor de betrokken landen aanzienlijk zijn.

Verschillende EU-landen hebben wetten die buitenlands eigendom verbiedt van cruciale bedrijven. Duitsland verbood zo bijvoorbeeld een Chinees belang in een energiebedrijf en een werktuigbedrijf. De EU wil het toezicht op sommige buitenlandse investeringen in EU-landen versterken. De Europese Commissie heeft voorgesteld het toepassingsgebied uit te breiden tot nieuwe projecten op het gebied van defensie, satellietcommunicatie en kernenergie. Het wil zo de strijd aangaan tegen de agressieve, door de staat gesteunde Chinese pogingen om industrieën te domineren en EU-knowhow binnen te halen.

Als lidstaten van de Europese Unie moeten we veel assertiever optreden tegen China, zowel wat betreft handelsrelaties als mensenrechten. Officieel is China een strategische partner van de EU. Maar wanneer een partnerschap niet gebaseerd is op wederkerigheid (bijv. gelijke markttoegang voor bedrijven, journalistieke en academische vrijheid), dan moeten we ons afvragen of het, in navolging van de Amerikanen, niet de hoogste tijd is voor tegenacties.

Als Eurofractie SGP vinden we dat mensenrechten, waaronder bijvoorbeeld de situatie van vervolgde christenen, de Oeigoerenkwestie en de vrijheid van Hongkong en Taiwan veel meer prioriteit moeten krijgen in de relatie met China. Daarbij mag zeker ook gedreigd worden met economische sancties. Mensenrechten gelden universeel, onze naastenliefde reikt over grenzen. Het is heel jammer dat de officiële mensenrechtendialoog tussen de EU en China zo weinig resultaat oplevert, met name door toedoen van de laatste.”

Heeft de EU het lot van vervolgde christenen en andere minderheden in de verdrukking voldoende op het oog? Zo niet, wat kan of moet de EU hieraan doen?

“Zoals gezegd, er is sprake van een mensenrechtendialoog met China, maar die is niet effectief. Hoogste prioriteit voor het China van president Xi is het behoud van de macht van de CCP, gevolgd door het handhaven van de nationale eenheid enhet bevorderen van de economie. Die doelen heiligen alle middelen. De afzwakkende Chinese economie verbetert de situatie niet, want een toename van werkloosheid ondermijnt de politieke legitimiteit van de Chinese Communistische Partij.

Dat leidt tot discriminatie van christenen. De staat mengt zich in de benoemingen van bisschoppen. Zij die zich niet willen aansluiten bij de staatskerk, worden beperkt in hun godsdienstige uitingen. Maar schokkend vind ik vooral de situatie van de Oeigoeren: die moslimminderheid wordt massaal naar ‘heropvoedingskampen’ gedeporteerd. Dat is onaanvaardbaar.

De Europese Raad is momenteel bezig met het opzetten van een systeem van gerichte sancties in navolging van bijvoorbeeld de VS. Dit systeem zou wat mij betreft toegepast mogen worden op China. Maar ik vrees dat sommige Europese regeringen al geen kritiek meer durven te leveren. China lijkt al in diverse lidstaten politiek, economisch en militair te invloedrijk. De Griekse regering verhinderde in 2017 al EU-kritiek op het Chinese agressieve optreden in de Zuid-Chinese Zee, iets dat waarschijnlijk alles te maken had met de Chinese investeringen in de Griekse haven van Piraeus… Wat mij betreft, moet we als EU-lidstaten bereid zijn om zowel via diplomatie als via economische sancties harder op te treden.”

Welke houding moet de EU aannemen om haar doelstellingen jegens China optimaal te bereiken? Ziet u een rol voor Europa weggelegd als koopman, dominee, generaal, diplomaat of wellicht anders?

“We moeten ons vooral ontwikkelen tot ‘partner’. En in ieder goed partnerschap geldt: je moet de ander kunnen aanspreken op het gedrag (via de meer verborgen diplomatieke weg of via de meer vocale dominee-rol) en bereid zijn om het gedrag aan te passen. Maar we kunnen niet blijven wegkijken. Als consument zou je geen producten kopen van een bedrijf dat werknemers mishandelt. Waarom zouden we wel zaken willen doen met overheden die minderheden stelselmatig onderdrukken?“

Hoe ziet u de toekomstige verhouding tussen de EU – breder: het Westen – en China voor zich? Duidt of plaatst u dit als christen-politicus ook in een eschatologisch perspectief?

“Ik vrees dat China voorlopig haar invloed blijft vergroten. Ik heb geen aanwijzingen dat de Chinese overheid spontaan minderheden zoals christenen meer ruimte zou geven, ik vrees eerder het tegenovergestelde. Het goede nieuws is wel dat ondanks de onderdrukking, de Chinese kerk snel groeit.

In de Bijbel is voorzegd dat christenen worden gehaat en vervolgd, in het einde der tijden. Wat dat betreft, zien we in China wel een uitwerking daarvan. Aan de andere kant blijft het wel ieders verantwoordelijkheid om christenvervolging tegen te gaan. Ieder naar zijn vermogen. We moeten blijven opkomen voor Gods Woord en Zijn tijdloze Boodschap voor de wereld. Wat dat betreft, blijven we als SGP in het Europees Parlement opkomen voor een veiliger toekomst voor onze medechristenen in China en waar ook ter wereld.”

 

Dit interview verscheen in Zicht, november 2020: ''China; duif of draak?''. Bestel het zichtnummer in onze webshop.