24 juni 2021

'Welke regels zijn nu nog nodig?' - coronadebat 33

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan het drieëndertigste debat over de ontwikkelingen van het coronavirus. 

Aanstaande zaterdag worden de coronaregels verder versoepeld en dat is goed nieuws. Met de zomer voor de deur is er weer veel meer mogelijk: met veel meer mensen naar de kerk, op bezoek bij familie of vrienden, bruiloften, vakantie, en ga zo maar door. We zijn daar dankbaar voor. 



Tegelijkertijd: niet alles kan deze zomer. Burgemeesters en politie geven aan dat de handhavingscapaciteit niet oneindig is. Sommigen waren een beetje ongerust toen ze hoorden wat er weer allemaal kan. Let wel op: we kunnen niet in één zomervakantie anderhalf jaar aan uitgestelde evenementen inhalen. Ik denk dat het goed is om ook aan dat verwachtingenmanagement te doen.



Besmettingen en ziekenhuisopnames
In de zomer zal het aantal coronabesmettingen en ziekenhuisopnames hopelijk en naar verwachting laag blijven. Waakzaamheid blijft geboden, maar de acute crisis ligt daarmee achter ons. Ik vraag het kabinet of het niet verstandig zou zijn om ook gedurende de zomermaanden — vorig jaar was daar wat discussie en onduidelijkheid over — een periodiek communicatiemoment te hebben, niet per se om nieuwe maatregelen af te kondigen, maar om ontwikkelingen te duiden en het belang van de maatregelen die nog wel gelden te beklemtonen. Zou het toch niet goed zijn om daarvoor duidelijk periodieke communicatiemomenten af te spreken?



In de herfst en de winter loopt het aantal besmettingen waarschijnlijk weer op, lezen en horen we. Een kernvraag is wel welke regels we in en na de zomer nog nodig hebben en hoe we dat bepalen. Het hoofddoel van het kabinetsbeleid was om overbelasting van de zorg te voorkomen en kwetsbaren te beschermen. In hoeverre is het nog nodig en proportioneel om maatregelen te blijven nemen nu die kwetsbaren beschermd zijn en die overbelasting voorkomen is? Die vragen worden natuurlijk wel dringender.

En dan kan het ook niet zo zijn dat op elke lokale uitbraak of geringe toename van het aantal besmettingen eigenlijk automatisch wordt gereageerd met dat er dus weer maatregelen nodig zijn. Het moet steeds gerelateerd blijven aan de doelen die we daarmee dienen. Ik vraag het kabinet hoe die weging wordt gemaakt. Hoe geeft het kabinet invulling aan de motie van mijzelf en collega Paternotte, die vraagt naar een ethische reflectie, juist in die nieuwe fase?



Coronawet
Dat heeft natuurlijk ook een juridische component, als het gaat om hoe het na 1 september verdergaat met de coronawet. Het plan is, zo lezen we in de stukken, dat het kabinet die zekerheidshalve opnieuw met drie maanden wil verlengen. Artikelen in de coronawet zijn dan eigenlijk slapende bepalingen, als je niet meer daadwerkelijk maatregelen daaraan verbindt. Ik snap dat vanuit bestuurlijk perspectief. Tegelijkertijd dienen de maatregelen niet langer van kracht te zijn dan nodig is, gelet op de ingrijpendheid ervan. Mijn vraag aan het kabinet is dan ook om daar dit najaar heel kritisch naar te kijken, ook vanuit deze juridische weging. Wilt u ook nog kijken naar bepalingen die tot nu toe niet of nauwelijks zijn gebruikt? Zouden die niet als eerste kunnen sneuvelen?



Het kabinet wil één bepaling nu wel uit de coronawet schrappen, en die betreft de avondklok. Het is op zichzelf natuurlijk goed nieuws dat die mogelijkheid wordt geschrapt, maar tot mijn verbazing lees ik dat een dergelijke maatregel in de toekomst in eerste instantie zijn weg moet vinden via de bepalingen in de Wet buitengewone bevoegdheden burgerlijk gezag. Maar daar was toch juist discussie over? En daarover loopt nog een cassatieberoep. Toen is gezegd: laten we voor de zekerheid kiezen voor de coronawet zolang die nodig is. Waarom nou toch deze meer omstreden juridische route eigenlijk zelfs met voorrang van toepassing verklaren?



Onderwijs
Tot slot sluit ik mij aan bij de gestelde vragen over het onderwijs. Zou je de 1,5 meter voor het onderwijs niet gewoon kunnen schrappen in plaats van de verschillende scenario's te hanteren, met voortaan alle onduidelijkheid van dien voor het onderwijs?