10 december 2025
Te lang was het stil over de situatie in Soedan
In de plenaire zaal van de Tweede Kamer werd er op woensdag 10 december gedebatteerd over de situatie in Soedan. Namens het kabinet was staatssecretaris Aukje de Vries (Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking) afgevaardigd. Diederik van Dijk sprak namens de SGP. Zijn bijdrage aan het debat is hieronder te lezen.
De oorlog in Soedan heeft geleid tot een totale ineenstorting van het land. Al voor de val van El-Fasher was Soedan de grootste humanitaire ramp ter wereld. Liefst een kwart van de Soedanese bevolking is ontheemd, terwijl de voedselonzekerheid van bijna de helft als ‘kritiek’ bestempeld wordt. We zien hoe strijdende partijen de menselijke waardigheid met voeten treden. De satellietbeelden van bloed doordrenkte grond in El-Fasher gaan door merg en been. Het toont het onvermogen van de internationale gemeenschap om Soedanezen te beschermen tegen uithongering, moord en seksueel geweld.
Te lang was het stil over de situatie in Soedan. Ook in deze Kamer. Het past om allereerst stil te staan bij de onvoorstelbare gastvrijheid van gemeenschappen in Egypte, Tsjaad, Zuid-Soedan -en Soedan zelf- die opvang bieden aan miljoenen ontheemden.
- Kunnen de minister en staatssecretaris aangeven hoe deze gastgemeenschappen ondersteund worden, hetzij via de band van ontwikkelingssamenwerking, hetzij als invulling van de migratiedeal die vorig jaar met Egypte gesloten is?
Ook hulpverleners en journalisten moeten op ons kunnen rekenen. Zij legden de afgelopen tweeënhalf jaar hun leven in de waagschaal om lijden te verlichten, en bleven ons informeren, terwijl onze aandacht uitging naar crises elders in de wereld.
De SGP steunt de inzet van het kabinet om humanitaire hulp en opvang in de regio royaal te ondersteunen. De focus op zelfredzaamheid, conflictbemiddeling en het vergroten van de lokale voedselproductie in de structurele programmering vinden wij eveneens een logische keuze.
- Graag horen wij van de staatssecretaris hoe zij hierin mensen met een handicap meeneemt, die niet vanzelf toegang hebben tot hulp.
Daarnaast wil ik het kabinet vragen wat het kan doen, of al doet, om douanecapaciteit en grensbewaking rond Soedan te versterken. Het gaat hier om lange en poreuze grenzen, maar dat maakt gerichte ondersteuning des te urgenter. Het is cruciaal voor de toegang van hulpgoederen én voor het beperken van wapenstromen richting de RSF, zo benadrukken lokale maatschappelijke organisaties.
- Welke concrete inzet pleegt het kabinet hierop?
Het belang van het tegengaan van straffeloosheid kan niet genoeg worden benadrukt. Vrouwen en kinderen worden beroofd van hun waardigheid en groeien op met een totaal verwrongen rechtvaardigheidsbesef. Dezelfde mensen die twintig jaar geleden in de Darfoercrisis de meest gruwelijke misdaden pleegden, spelen nu opnieuw een belangrijke rol in het huidige conflict. Laten we daarom alles in het werk stellen om bewijsmateriaal te verzamelen, zodat de geschiedenis zich niet herhaalt en het recht zijn loop kan hebben.
- Welke inspanningen levert Nederland hiervoor?
Het conflict in Soedan staat niet op zichzelf. De oorlog vergroot de druk op voorzieningen in buurland Zuid-Soedan. Vluchtelingenstromen, wapensmokkel en etnische spanningen brengen het toch al fragiele vredesproces daar verder in gevaar. Laten we niet vergeten dat ook in Zuid-Soedan nog altijd meer dan de helft van het land afhankelijk is van humanitaire hulp. De voorgenomen sluiting van onze ambassade in Zuid-Soedan wordt wat de SGP betreft dan ook teruggedraaid. Sluiting bemoeilijkt de coördinatie en afstemming van hulp en schaadt bovendien de informatiepositie van Nederland in de regio. Het kabinet heeft eerder aangegeven dat de kosten van de ambassade in Juba relatief hoog zijn. Nu de formerende partijen hebben uitgesproken opnieuw te willen investeren in ons postennet, is er des te meer reden om een pas op de plaats te maken en de ambassade open te houden. Is de minister daartoe bereid?