19 december 2023

'Politiek met eeuwigheidsperspectief' | Maidenspeech André Flach

Op dinsdag 19 december debatteerde de Tweede Kamer met demissionair minister Kaag van Financiën over de Najaarsnota van dit jaar. André Flach voerde namens de SGP het woord. Zijn maidenspeech is hieronder te lezen of te bekijken. 

Behalve eerder in een tweeminutendebat is dit de eerste keer dat ik het woord mag voeren in de plenaire vergadering. Daarom wil ik aan het begin van deze maidenspeech graag vertellen waarom ik, toen die vraag kwam, me met overtuiging beschikbaar heb gesteld als vertegenwoordiger voor de SGP in de Tweede Kamer.

Ik wil daarvoor twee redenen noemen. Bij ons thuis, in het ondernemersgezin waar ik uit kom, heb ik mooie dingen meegekregen. Twee zinnen kwamen regelmatig terug. "Doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg" en — die zin kwam eerder al uit de mond van de heer Van der Lee — "een man een man, een woord een woord". Beide motto's herken ik bij de SGP. Gewone politiek zonder spelletjes voor gewone mensen met problemen, die vragen of wij naar hen willen luisteren en er vervolgens gewoon iets aan willen doen. Voor Arjan, die als eenverdiener het hoofd boven water moet houden. Voor Jolanda, die met een bijstandsuitkering geen toeslag meer durft aan te vragen. En voor Linda, die als ondernemer moeite heeft om met alle regeldruk, kosten en onzekerheid haar winkel overeind te houden.

"Woord houden" stond er op de verkiezingsposter van de SGP. Waarmaken wat je belooft en alleen beloven wat je kunt waarmaken. Voor Jelle op de kotter, die niet weet hoe hij een vangstbeperking van 60% moet opvangen. Voor Henk, die te goeder trouw is geweest als PAS-melder, en nu als jonge boer eigenlijk al jaren illegaal werkt. En voor Jessica, die ondanks de krapte in de zorg de nachtdiensten blijft draaien maar wel vraagt om minder regels en een hoger salaris.

De tweede en belangrijkste reden dat ik me beschikbaar heb gesteld voor de SGP is dat de SGP voor langetermijnpolitiek gaat. En dat in een tijd waarin de waan van de dag regeert. De grote opgaven van woningnood, vergrijzing en energietransitie vragen om langetermijnpolitiek. Maar wat is nu langetermijnpolitiek? Is dat politiek gericht op 2035 of op 2050? Of gaat dat nog verder? En is dat politiek die ons aardse bestaan in een nog veel langer perspectief zet? Politiek waarin we beseffen dat het naast alle praktische zaken die we hier moeten regelen niet gaat om alles uit het tijdelijke leven te halen. Politiek met eeuwigheidsperspectief.

Iemand die op een bijzonder manier over dit eeuwigheidsperspectief heeft geschreven, is een van de discipelen van Jezus, namelijk de apostel Johannes. Terwijl wij in onze tijd dagelijks lezen over verdriet, moord, doodslag, moeite en tegenslagen, schrijft hij in het laatste Bijbelboek, Openbaring, over een nieuwe stad die neer zal dalen van God uit de hemel. Het gaat om een stad waar geen dood, geen verdriet en geen moeite meer zal zijn. In die stad is er geen woningnood. Johannes schrijft dat iedereen die in God gelooft, na dit leven eeuwig in die stad zal mogen wonen.

U begrijpt: als dit je perspectief is, bepaalt dat hoe je kijkt naar politieke zaken. Als je dit leven ziet als eindig en gericht op onszelf, wil je eruit halen wat erin zit en voelt iedere begrenzing als een inperking van vrijheid. Maar als je gelooft dat we geschapen zijn met dit eeuwigheidsperspectief en dat we gericht zijn op God, dan is het leven naar zijn geboden iets waardevols, iets moois, een bescherming die niet alleen goed is voor christenen, maar voor alle Nederlanders. Midden tussen de grote problemen in de wereld en in ons land voelt het voor mij aan de ene kant als een grote verantwoordelijkheid om aan de slag te gaan. Aan de andere kant leven we in een gebroken wereld. Wij met elkaar lossen de spanningen die er op allerlei gebieden zijn nooit helemaal op. Het dagelijks terugleggen van die verantwoordelijkheid in Gods handen geeft mij de rust, het vertrouwen en de kracht om dit werk te mogen doen.

Tot zover mijn inleiding. Ik wil me nu nog kort richten op de Najaarsnota van 2023. Ik ga van het langetermijnperspectief dat ik net noemde, naar het hier en nu van 2023. De Najaarsnota zoals de Kamer die heeft ontvangen, laat aan de ene kant zien dat de overschrijding van het uitgavenplafond ongeveer even hoog is gebleven als die was bij de Miljoenennota. Onderliggend valt wel het grote bedrag aan onderuitputting op: maar liefst 4,5 miljard euro. Simpel gezegd: het is niet gelukt om dat deel van de begroting uit te geven. Op zich is dat natuurlijk goed voor de staatskas, maar er zijn ook verwachtingen gewekt rondom die 4,5 miljard euro. Er is belasting voor geheven, maar nu blijken de bijbehorende ambities niet te kunnen worden waargemaakt. Is de minister het met mij eens dat er voortaan strakker begroot moet worden? Ambities zijn goed, maar moeten die niet veel beter aansluiten bij de uitvoerbaarheid en de haalbaarheid? Welke kaders hanteert de minister daarvoor?

Veel onderuitputting heeft ook risico's. Leidt het bijvoorbeeld niet tot ondoelmatige uitgaven, zo vraag ik de minister. Ook de Studiegroep Begrotingsruimte wijst erop dat de grote uitgaven op het gebied van complexe dossiers op korte termijn afbreuk doen aan de nauwkeurigheid van de begroting. Hoe zorgt de minister ervoor dat dat geld ten tijde van structurele onderuitputting nog steeds doelmatig en doeltreffend ingezet wordt?

Ook al eerder genoemd: er is geld blijven liggen voor de Woningbouwimpuls. Met de vijfde tranche van de Woningbouwimpuls zijn er bijna 20.000 woningen versneld gerealiseerd, met een subsidie van bijna 120 miljoen euro. Dat is ongeveer €6.000 per woning. Dit jaar is er 122 miljoen overgebleven. Als ik de verhalen van jongeren, starters en ouderen hoor, die snakken naar een woning, vind ik het pijnlijk om te zien dat gereserveerd geld dit jaar niet kon worden uitgegeven. Vanuit gemeenten weet ik dat dat niet ligt aan een gebrek aan woningbouwplannen. Met die 122 miljoen hadden zo'n 20.000 woningen versneld gebouwd kunnen worden. Wat kan de minister van Financiën betekenen in enerzijds het beter begroten van dergelijke subsidies en anderzijds het aanpassen van voorwaarden voor het budget dat beschikbaar is? Stel dat er volgend jaar opnieuw geld blijft liggen. Wordt er dan een nieuwe, zevende ronde voor de Woningbouwimpuls geopend?

Afgelopen jaar is besloten om zo'n 4 miljard voor nieuwe aanlegprojecten voor infrastructuur te verschuiven naar de instandhouding. Dat betekent dat belangrijke projecten als de aanpak van knooppunt A1-A30 bij Barneveld, of de verbreding van de A15 tussen Ridderkerk en Gorinchem in de ijskast zijn beland. In die ijskast wordt het trouwens wel druk. In de Najaarsnota is echter een onderbenutting van het budget voor de instandhoudingsopgave zichtbaar ter waarde van 275 miljoen euro. Dat is natuurlijk zuur. Wat betekent dat voor de komende jaren? Krijgt IenW het extra budget voor instandhouding wel weggezet?