8 februari 2013

FF normaal

De Banier

Januari 2013 

Vroeger zei ik altijd: “Van mij mogen ze het reces wel overslaan.” Ik zag er het nut niet zo van in, al die vrije dagen. Meer iets voor de VVD, dacht ik, Veel Vrije Dagen. Werken zo lang het dag is, daar ben ik mee opgevoed. Vandaar ook dat ik toentertijd in de winter aanmerkelijk minder uren draaide dan in de zomer. Het slaaptekort van de zomer haalde ik wel weer in tijdens m’n winterslaap.

Maar ja, de tijden veranderen, en ik met hen. Tegenwoordig ben ik blij als het weer reces is. Niet zozeer omdat ik werkschuw geworden ben of zo, maar het voordeel van een reces is dat je weer eens normale en fatsoenlijke mensen ontmoet. Niet dat er op het Binnenhof alleen maar abnormale en onfatsoenlijke lieden rondlopen, dat gaat wat ver, maar het is natuurlijk niet voor niks dat ze mekaar in de Tweede Kamer af en toe ‘Doe ’s effe normaal man’ toeroepen, en de ander dan antwoordt met: “Doe zelf us effe normaal!” 

Enfin, ik heb tijdens het Kerstreces weer hele volksstammen normale en fatsoenlijke vaderlanders over de vloer gehad die gevolg gaven aan mijn uitnodiging in de vorige propjes: “O, kom er eens kijken.” Die oproep was bepaald niet aan blindemansogen gericht. Het aantal aanvragen bleek veel hoger dan het aantal beschikbare plaatsen. Daarom nu een herkansing: in het voorjaars- of krokusreces hoop ik op donderdag 21 en zaterdag 23 februari weer een tweetal rondleidingen te verzorgen. Wie mee wil, hij/zij kan zich melden via mdebruyne@tweedekamer.nl

Vent!

Tegen de tijd dat deze Banier verschijnt zal het in en buiten de SGP wel weer over ons geliefde thema gaan: de vrouw. Ik geloof niet dat ik veel toegevoegde waarde heb als het over vrouwen gaat, dus ik hou me maar wat afzijdig.

Mijn animo om over hier nog iets over te zeggen wordt mede getemperd door het feit dat die discussie al jáááááren loopt. En geloof me mensen, in al die jáááááren heb ik tussen alle argumenten nog nooit, maar dan ook nog nooit één nieuw argument gehoord. Alles wat erover te zeggen is is eens gezegd. Wat rest is te herhalen wat er gezegd is en te zeggen wat er al is herhaald. Ik word er eerlijk gezegd ook een beetje moe van, en niet zo’n klein beetje óók.

Maar misschien kan dit helpen.

Normale en fatsoenlijke mensen die ik rondleid door Den Haag weten dat ik in de Paleisstraat altijd halt hou bij het monument ter nagedachtenis aan de rol van koningin Wilhelmina in de oorlog. Wijzend op het standbeeld van de oude vorstin, zeg ik altijd: “Wilhelmina was een vrouw uit één stuk. Dat kun je mooi zien aan dit standbeeld. Eén brok onverzettelijkheid, dat straalt er van haar af.” En dan vertel ik vervolgens het verhaal dat toen de Nederlandse regering in de meidagen van ‘40 in Londen aankwam, de Koningin en het kabinet kort daarna werden voorgesteld aan Winston Churchill, een van de grootste mannetjesputters uit de wereldgeschiedenis. Toen deze vechtjas met sigaar na afloop van dat onderhoud weer naar z’n werkkamer liep, vroeg één van z’n medewerkers hem wat ie van die Nederlandse regering vond.

Churchill antwoordde kort maar krachtig: “Als je het mij vraagt zit er maar één vent in die regering, en dat is de Koningin!”

Misschien kunnen we daar als partij nog wat mee….. 

Niet voor de poes…

En voor het overige verwijs ik naar een plakkaat dat al jaren op een vuilnisbak zit bij de ingang van het Haagse Bos. Dagelijks komen Hare Majesteit de Koningin en ik er langs, onze vorstin achterin de hofauto, ik op m’n rijwiel. Wat er op dat affiche staat vind ik ook. Het bevestigt me nog eens in m’n mening dat een goeie kat niet voor de poes hoeft te zijn…

Menno de Bruyne