
3 september 2025
Een embryo is een pril levend kunstwerkje
Lees hier de spreektekst van Diederik van Dijk bij het debat over het initiatiefvoorstel van D66 en VVD om embryokweek te legaliseren voor wetenschappelijk onderzoek.
Voorzitter, u heeft ongetwijfeld wel eens gehoord van ‘kunstvandalisme’. Het expres beschadigen of vernielen van kunstwerken. Vaak treft het bekende kunstwerken. De laatste jaren is het vooral een manier van actievoerders om aandacht te vragen voor een volgens hen belangwekkende kwestie. Zoals de Mona Lisa in 2022. Een man vermomde zich als oude vrouw in een rolstoel, hield de bewakers van het Louvre voor de gek en wist het wereldberoemde schilderij van Leonardo da Vinci te besmeuren met taart. Gelukkig zat er een glasplaatje voor.
Soms loopt kunstvandalisme echt verkeerd af. Zo werd onze eigen nationale trots, De Nachtwacht van Rembrandt, in 1911 met een schoenmakersmes bewerkt door een verbitterde, dakloze scheepskok. En in de jaren zeventig was het opnieuw een verwarde persoon die met een broodmes grote schade toebracht aan het schilderij. Het kon in beide gevallen aardig worden hersteld.
Kunstvandalisme. De maatschappelijke verontwaardiging over de aantasting van schilderijen of andere kunstvoorwerpen is altijd groot. Het is namelijk niet alleen een belediging van de maker, ontwerper of eigenaar van het kunstwerk. Het roept ook zoveel emoties op, denk ik, omdat een aantasting is van de schoonheid, de beschaving, de achterliggende waarden van het kunstwerk die we allemáál delen en koesteren.
Voorzitter, vandaag bespreken we een initiatiefwetsvoorstel om de Embryowet te wijzigen. De Embryowet gaat over het kleine, prille begin van een mens. Embryo’s die normaal gesproken zullen uitgroeien tot zoals wij allemaal hier zijn. Wij zijn allemaal een embryo geweest. Laten we dat vandaag wel erkennen: we hebben het over menselijk leven in ontwikkeling. Pril, maar levensecht.
In technische zin weten we inmiddels veel over de ontwikkeling van het menselijk embryo. Over samensmelting en eenwording van lichaamscellen tot een uniek resultaat. Maar gaat het ook hier niet om een bijzonder, kwetsbaar kunstwerkje, waarvan de totstandkoming eigenlijk niet op een gewone manier te verklaren valt?
Ook in de Bijbel, in Psalm 139, wordt het prille leven in de baarmoeder vergeleken met een kunstwerk. Een borduursel. Fijnzinnig geweven door een scheppende Kunstenaar. God heeft ons allemaal laten ontstaan, ook de embryo’s waarover wij vandaag spreken. Wij zijn geschapen, niet gekweekt. Met zulke bijzondere, unieke kunstwerken kunnen we niet achteloos of instrumenteel omgaan. We moeten ze met zorg behandelen en vanaf het eerste begin beschermen.
Wie of wat geeft ons het recht om pril menselijk leven zoals wij allemaal ooit waren geen toekomst te gunnen, maar dit te gebruiken voor wetenschappelijke doeleinden om het uiteindelijk te vernietigen? In 2007 zei toenmalig SGP-Kamerlid Bas van der Vlies in een debat hierover:
‘Het is onverantwoordelijk en immoreel om niet alles te doen om dit levensvernietigende onderzoek te voorkomen.’
Voorzitter, iedereen die de parlementaire geschiedenis van de Embryowet kent – en ik twijfel daar bij de initiatiefnemers niet aan – weet dat de SGP zich altijd heeft verzet tegen instrumenteel gebruik van embryo’s.
Ik citeer opnieuw uit een SGP-bijdrage uit het verleden, dit keer bij de behandeling van de Embryowet in 2001.
‘Gegeven de voortgaande ontwikkelingen op het terrein van genetisch onderzoek en embryotechniek spreken de leden van de SGP-fractie hun vrees en verwachting uit dat voorliggend wetsvoorstel een eerste stap zal blijken te zijn in de richting van verdergaande ‘verinstrumentalisering’ van het beginnend menselijk leven.’ Einde citaat.
Wij zien nu inderdaad dat de ruimte die de Embryowet al bood voor onderzoek met ‘restembryo’s’ (wat ik overigens een nare term vind) door de initiatiefnemers uitgebreid wordt met de mogelijkheid om onder bepaalde voorwaarden embryo’s te kweken voor wetenschappelijk onderzoek.
Het mag duidelijk zijn dat de SGP het tegenovergestelde wil, namelijk het wettelijk verbod handhaven. Sterker nog, wij zouden het tijdelijke verbod op embryokweek zoals dat is geformuleerd in artikel 33, tweede lid van de Embryowet het liefst willen veranderen in een permanent verbod.
De initiatiefnemers lijken overigens onderzoek met ‘restembryo’s’ en gekweekte embryo’s op een lijn te stellen. De SGP ziet dat anders. Wat ons betreft gaan we een fundamentele grens over als we het ontstaan van leven als onderzoeksobject gaan beschouwen. Bij embryo’s die overblijven na een IVF-behandeling is er al sprake van menselijk leven. Bij embryokweek laat je dit leven ontstaan met enkel een instrumenteel doel.
- Zien de initiatiefnemers dit wezenlijke verschil ook?
- En als zij dit zien, hoe kunnen zij dan volhouden dat de balans tussen beschermwaardigheid van (beginnend) menselijk leven en het medisch wetenschappelijk onderzoek zoals die in de Embryowet is vastgelegd ongewijzigd blijft? Als de wet verruimd wordt, dan verschuift de balans toch?
Aan de staatssecretaris wil ik vragen om een reflectie op de verhouding tussen dit initiatiefvoorstel en het voorstel waar de regering aan werkt naar aanleiding van de Derde wetsevaluatie. Dat voorstel gaat minder ver door alleen de kweek van zogenaamde embryo-achtige structuren toe te staan.
- Kan de staatssecretaris nader ingaan op de verhouding tussen de twee wetsvoorstellen?
- Wat gebeurt er mocht dit initiatiefvoorstel onverhoopt worden aangenomen? Komt het regeringsvoorstel dan te vervallen?
Voorzitter, in het verslag is door de SGP, maar ook door andere fracties gevraagd om een reflectie op de beschermwaardigheid van het embryo. In reactie hierop geven de initiatiefnemers aan dat zij erkennen dat aan embryo’s ethisch gezien een fundamentele bescherming toekomt. De initiatiefnemers geven in reactie op vragen van de BBB aan dat een embryo voor hen een grote intrinsieke waarde heeft.
- Kunnen zij dit nader toelichten?
- Waarin bestaat die ‘fundamentele bescherming’ van de ‘intrinsieke waardigheid’ volgens hen?
- En waar leiden zij die intrinsieke waardigheid precies uit af?
- Zijn er op grond van deze intrinsieke waardigheid bepaalde grenzen ten aanzien van medisch-wetenschappelijk onderzoek die zij niet over zouden willen gaan?
- Kunnen zij vervolgens nader uiteenzetten hoe zij de intrinsieke waardigheid van embryo’s hebben afgewogen tegen het kweken van embryo’s en vergroting van de mogelijkheden van wetenschappelijk onderzoek? In de toelichting op hun wetsvoorstel ontbreekt die weging grotendeels.
De initiatiefnemers laten in hun wetsvoorstel veel ruimte voor de toetsing door de Centrale Commissie Mensgebonden Onderzoek (CCMO). De formuleringen in het voorgestelde tweede lid van artikel 10 zijn nogal abstract, of, zo u wilt, vaag.
- Kunnen zij uitleggen waarom zij hiervoor hebben gekozen?
- Waarom hebben zij niet gekozen voor een veel striktere afbakening op wetsniveau gelet op de toch fundamentele stap om als wetgever ruimte te bieden aan kweek van menselijke embryo’s puur ten behoeve van wetenschappelijk onderzoek?
In het verlengde hiervan ziet de SGP dat in het voorgestelde artikel 10, tweede lid een expliciete ethische en maatschappelijke weging van de CCMO wordt gevraagd. Het riep bij ons de vraag op of de wetgever niet zelf die ethische afweging zou moeten maken om vervolgens het resultaat van die afweging heel concreet en afgebakend in de wet zou moeten vastleggen. Het is ergens ook wel erg ‘makkelijk’ dat je dit kunt uitbesteden aan de CCMO…
- Kunnen de initiatiefnemers hierop ingaan?
Voorzitter, een van de belangrijkste argumenten die de initiatiefnemers aandragen is dat de wetswijziging Nederland in staat stelt een leidende positie in te nemen in wetenschappelijk onderzoek naar embryo’s. Zij wijzen daarbij op het niet-commerciële karakter van de Nederlandse fertiliteitszorg in vergelijking met de meer commercieel praktijk in andere landen. De SGP vindt dit geen sterk argument.
- Wij menen dat dit verschil tussen Nederland en andere landen ook in 2001 (en 2007) al bestond. Als dit zo is, waarom zou dit dan nu opeens zo’n doorslaggevend argument moeten zijn voor het toestaan van embryokweek?
- Erkennen zij ook dat wij als Nederlandse wetgever primair verantwoordelijk zijn voor de Nederlandse situatie en niet voor die in andere landen?
- Erkennen zij ook dat verruiming van de mogelijkheden voor embryokweek in ons land de situatie in die landen niet verbeterd? Onderzoekers zouden alsnog kunnen kiezen voor die landen waar de ruimste wet- en regelgeving is.
- Overigens zal ook voor commercieel gedreven onderzoek gelden dat dit dient te voldoen aan basale wetenschappelijke normen, wil het bijvoorbeeld geaccepteerd worden in medisch-wetenschappelijke vakbladen.
Voorzitter, de SGP heeft eerder aandacht gevraagd voor alternatieven voor onderzoek met embryo’s. Denk aan onderzoek met volwassen stamcellen of onderzoek met embryomodellen die gemaakt zijn uit iPS-cellen.
- Zien de initiatiefnemers ook de mogelijkheden hiervan?
- Kan de staatssecretaris aangeven of en zo ja hoe het kabinet dergelijk onderzoek stimuleert?
Een ander argument van de initiatiefnemers is dat hun voorstel helpt om de veiligheid en effectiviteit van IVF-zorg te verbeteren. In reactie op onze vragen hierover in het verslag geven zij echter aan dat het niet te zeggen is wat de precieze impact van hun wetsvoorstel zal zijn, omdat de opbrengst van wetenschappelijk onderzoek zich per definitie niet laat voorspellen.
- Kunnen zij aangeven hoe zij mogelijke waarde van wetenschappelijk onderzoek afwegen tegen de zekere vernietiging van beginnend menselijk leven?
Het viel ons op hoezeer de taal van de initiatiefnemers op dit punt gekleurd wordt door een zogeheten ‘nutsethiek’. Denk aan termen als ‘winst’ en ‘efficiëntie’. Het lijkt mij haast ondoenlijk om de fundamentele waardigheid van het embryo af te wegen tegen het nut van instrumentele gebruik van embryo’s.
- Graag een reflectie op dat punt.
Voorzitter, over IVF-behandelingen gesproken, ik zou nog een stap eerder willen beginnen. Er is door de SGP in het verslag aandacht gevraagd voor andere mogelijkheden om onvruchtbaarheid tegen te gaan. Het is een feit dat de lichamelijke vruchtbaarheid afneemten de risico’s rondom de zwangerschap toenemen naarmate vrouwen ouder worden.
- Hoe kijken de initiatiefnemers naar het uitstellen van het krijgen van kinderen – om wat voor reden dan ook – in relatie tot onvruchtbaarheid? Ik vraag dit in alle voorzichtigheid, wetend dat het leven niet maakbaar is. Maar zou er niet al een belangrijke slag gewonnen kunnen worden als ouders eerder ontvankelijk zouden zijn voor het krijgen van kinderen?
Het is overigens dáárom dat de SGP het belangrijk vindt dat jonge stellen in staat worden gesteld om daadwerkelijk vader en moeder te kunnen worden. Te veel echtparen stellen gezinsvorming gedwongen uit bij gebrek aan passende woonruimte of financiële armslag.
Voorzitter, de initiatiefnemers benadrukken in de nota naar aanleiding van het verslag dat het streven naar het voorkomen van ernstige erfelijke of aangeboren aandoeningen geen negatief waardeoordeel impliceert over het leven van mensen die nu met een beperking leven. Toch zou hun voorstel wel – onbedoeld – dit effect kunnen hebben.
- Kunnen zij aangeven hoe zij stigmatisering van mensen met aangeboren aandoeningen willen voorkomen?
Voorzitter, het is voor de SGP onduidelijk of met dit initiatiefvoorstel ook ruimte komt voor embryokweek voor het creëren van klonen met een therapeutisch doel – dus niet reproductief. Het betreft hier artikel 9, eerste lid, onder a die met dit initiatiefvoorstel inwerking zal treden.
- Kunnen de initiatiefnemers hier duidelijkheid over verschaffen? Wordt embryokweek voor het creëren van klonen hiermee mogelijk?
Voorzitter, het wetsvoorstel biedt ook ruimte om de veiligheid van kiembaanmodificatie te gaan onderzoeken. Nadrukkelijk zeggen de initiatiefnemers dat de toepassing van kiembaanmodificatie verboden blijft. Zij zijn van mening dat onderzoek naar technieken die nog niet wettelijk toegestaan zijn, niet per definitie hoeft te worden verboden. Bij het verbieden van onderzoek naar nog niet wettelijk toegestane technieken wordt het – zo stellen de initiatiefnemers – immers nauwelijks meer mogelijk om medisch-wetenschappelijk onderzoek te doen. De SGP is het hier niet mee eens. Ik wijs op de grote medisch-wetenschappelijke onderzoekspraktijk die we in Nederland hebben.
De SGP deelt ook de stelling van de initiatiefnemers niet dat het pas als bekend is of een nieuwe techniek veilig en effectief is zin heeft om een maatschappelijk debat te voeren over de wenselijkheid van eventuele klinische toepassing. De ervaring leert immers dat heel vaak als een nieuwe techniek ontwikkeld wordt en beschikbaar komt, de maatschappelijke druk groot wordt om deze toch te gaan gebruiken.
- Zien de initiatiefnemers dit risico ook?
Voorzitter, het Rathenau Instituut deed onderzoek naar maatschappelijke opvattingen over embryokweek voor wetenschappelijk onderzoek. Naar aanleiding van de nota naar aanleiding van het verslag hebben zij hierover opnieuw een brief naar de Kamer gestuurd. Daaruit blijkt klip en klaar dat de Nederlanders zeer verdeeld zijn over embryokweek voor wetenschappelijk onderzoek. De grootste groep (bijna 40%) ondervraagden heeft hier duidelijk negatieve gevoelens bij heeft. Voor de helft van de bevolking (bijna 50%) is er ook een wezenlijk verschil tussen onderzoek met gekweekte embryo’s en onderzoek met embryo’s die overblijven na een IVF-behandeling.
- Ik vraag de initiatiefnemers nogmaals indringend te reflecteren op het geringe maatschappelijke draagvlak voor hun wetsvoorstel.
Voorzitter, het pleidooi van de initiatiefnemers voor een voortrekkersrol van Nederland onderstreept feitelijk dat er internationaal weinig draagvlak is voor embryokweek. Sterker nog, het Verdag van Oviedo, een kaderverdrag van de Raad van Europa dat mensenrechten in de biogeneeskunde beschermt, verbiedt het creëren van embryo’s voor wetenschappelijk onderzoek letterlijk. Artikel 18, tweede lid van dat verdrag is absoluut geformuleerd en dus niet verenigbaar met het wetsvoorstel. Het verdrag is door de Nederlandse regering ondertekend, maar nooit geratificeerd.
- Hoe beziet de staatssecretaris dit initiatiefvoorstel gelet op het door Nederland ondertekende verdrag van Oviedo?
- Zijn er plannen om het verdrag te ratificeren?
Tot slot. Zelfs als volwassen mensen blijven wij ergens kleine mensjes, met tekorten en zeer beperkt inzichten. Dat geldt eens temeer voor het mysterie van het kunstwerk van het geschonken leven. Wij mogen hier niet boven onze macht grijpen en we mogen de grenzen die de Schepper stelt, niet overschrijden.
In dat licht sluit ik af met Leonardo da Vinci, met wie ik mijn speech begon:
“Wij zijn allen ballingen, levend binnen de lijsten van een vreemd schilderij. Wie dit weet, leeft groot. De overigen zijn insecten.”
Dank u wel