28 mei 2025

Debat over verward gedrag

De Tweede Kamer debatteerde op 28 mei over de parlementaire verkenning over verward en onbegrepen gedrag. Namens de SGP sprak Diederik van Dijk. Zijn bijdrage is hieronder te lezen.

Allereerst mijn waardering voor de commissie die deze verkenning heeft uitgevoerd. Het onderwerp van vandaag gaat over méér dan systemen en beleidsdomeinen. Het raakt mensen. Mensen die worstelen met psychische kwetsbaarheid, soms op een tragische manier tussen zorg en veiligheid terechtkomen, en vaak onvoldoende worden gezien of gehoord. En aan de andere kant huivert de samenleving bij ieder incident waarbij slachtoffers te betreuren zijn, omdat een verward persoon niet de juiste zorg heeft gekregen. Als samenleving hebben we een morele plicht om hen niet te laten vallen.

Etiketten
Het rapport benoemt terecht dat de term ‘verwarde personen’ tekortschiet. Het gaat om mensen met complexe problematiek die vaak niet verward zijn, maar onbegrepen. En juist dat onbegrip maakt hen kwetsbaar. De SGP pleit daarom voor een benadering waarin de menselijke maat centraal staat. Niet het label, maar de levenssituatie. Niet de bureaucratie, maar de nood. In het besef, zoals Shusaku Endo ontroerend beschrijft in ‘De samoerai’: ‘Volgens mij leeft er ergens in het hart van de mensen een verlangen naar iemand die je hele leven bij je blijft, iemand die je nooit verraadt, nooit in de steek laat – al is die iemand maar een zieke schurftige hond.’

Vervlechting
De fragmentatie tussen zorg en veiligheid is een rode draad in het rapport. Te vaak schuiven instanties verantwoordelijkheden naar elkaar door. De aanbeveling voor een domeinoverstijgende aanpak is dan ook cruciaal. Maar samenwerking vraagt niet alleen om overlegstructuren, het vraagt om vertrouwen, verantwoordelijkheidszin en regie. De gemeente speelt hierin een sleutelrol, maar mag niet worden overvraagd zonder voldoende ondersteuning.

  • Hoe worden gemeenten concreet toegerust om deze verbindende regietaak waar te maken?

Gegevensdeling
Daarnaast vraagt de SGP in het bijzonder aandacht voor de gegevensdeling tussen WMO en Justitiedomein. Het steekincident waarbij de 11-jarige Sohani om het leven kwam, staat niet op zichzelf. De onderlinge samenwerking en afstemming tussen partijen in het straf-, zorg- en sociaal domein schiet keer op keer tekort. Mijn fractie maakt zich zorgen over de ketensamenwerking binnen Justitie, maar ook over de samenwerking tussen Justitie en het Zorgdomein. De SGP roept beide ministers op om echt werk te maken van een ketenaanpak en hierbij deze knelpunten mee te nemen; met name het punt van gegevensdeling zou ik graag terugzien.

  • Hoe voorkomen we de opeenstapeling van rapporten met dezelfde uitkomst zonder dat er werkelijk iets verandert?

Nabijheid
Het rapport wijst terecht op de noodzaak van een wijkgerichte aanpak. Die gedachte onderschrijf ik. Nabijheid werkt. Een herkenbaar gezicht in de wijk – of het nu een wijkagent, huisarts of maatschappelijk werker is – maakt een wereld van verschil. Maar deze mensen staan vaak onder grote druk.

  • Wordt er voldoende ruimte gecreëerd voor deze professionals om daadwerkelijk aanwezig en beschikbaar te zijn in de wijk? En hoe voorkomen we dat zij verzanden in registratie-eisen en doorverwijsverplichtingen?

Een punt dat mij raakt, is de rol van naasten. Ouders, broers, zussen, kinderen – zij zien het vaak het eerst misgaan. Maar in de praktijk worden zij regelmatig buitengesloten. Privacyregels mogen nooit een excuus zijn voor kilheid of onbereikbaarheid. De SGP pleit dan ook voor meer erkenning van de rol van het netwerk, en ruimte voor maatwerk in de samenwerking met naasten.

Beschikbaarheid
De achtergrond van deze hele problematiek is helaas pijnlijk duidelijk: er is een tekort aan passende zorg. De afbouw van bedden in de GGZ, het tekort aan beschermde woonplekken en de lange wachttijden zijn een tikkende tijdbom.

  • Is het kabinet bereid om kritisch te kijken naar de effecten van het beleid op dit terrein, en – waar nodig – bij te sturen? Want preventie begint bij aanwezigheid van zorg, vóór de crisissituatie.

Kan de minister hierbij ingaan op de noodzakelijke passende woonvormen en de structurele voortzetting van de levensloopaanpak?

Tot slot
Er zijn geen eenvoudige oplossingen. Maar we kunnen wél kiezen voor een houding van betrokkenheid, nabijheid en verantwoordelijkheid. Vanuit de overtuiging dat ieder mens waardevol is, ook als diegene de grip op het leven kwijt is.