28 oktober 2020

'Zien we gorilla's over het hoofd? | Coronadebat #17

Lees of bekijk hier de bijdrage van Kees van der Staaij aan het zeventiende debat over het coronavirus.

Het is me altijd bijgebleven. Een werkbezoek een aantal jaren geleden in een ziekenhuis in Utrecht over patiëntveiligheid en wat daarbij mis kan gaan. Toen kregen we een filmpje te zien van basketballers. We kregen als opdracht: tel eens hoe vaak die bal nou over wordt getikt. Wij deden dat, fanatiek tellen. Na afloop werd ons gevraagd: 'heb je die man in gorillapak over het veld zien gaan?' ’Een man in een gorillapak? Nee, niets gezien’. Nog een keer het filmpje bekeken, en iedereen zegt: ‘hoe kan het dat we dat niet gezien hebben. Niet te geloven!'

Ik moest er aan terugdenken in de aanloop naar dit debat, kunnen er blinde vlekken zitten in onze omgang met het coronavirus? Zien we geen ‘gorilla’s’ over het hoofd? Want, als je een hele sterke focus op iets hebt, kan er zo maar een blinde vlekkrijgen, tunnelvisie hebben.

Allereerst is het goed om steeds te bedenken dat er méér op het spel staat dan alleen goede zorg voor coronapatiënten.

Bij de afweging om langdurig strengere maatregelen te nemen om besmettingen tegen te gaan, is het van belang steeds oog te hebben voor de sociaal-maatschappelijke schade die de maatregelen veroorzaken. Staan die op het dashboard? Hoe komt het kabinet aan de informatie daarover? Of is hier sprake van blinde vlekken?
 
Wat is de prijs van meer eenzaamheid, bijvoorbeeld? Ik zie mensen verpieteren door gebrek aan bezoek. Hebben we oog voor de stress van ondernemers en zorgen van werkenden? Wat betekenen de coronamaatregelen voor het bijwonen van kerkdiensten, momenten waarin juist onze blik wordt afgetrokken van het hier en nu en het oog op God wordt gericht.
 
Vanuit dit bredere perspectief staan wij niet vooraan om te roepen: maak de maatregelen nog maar wat strenger. Ik was blij om te merken dat die voorzichtigheid en bredere politieke weging ook doorklonk in het persmoment gisterenavond.
 
Tegelijkertijd zeg ik tegen mensen die roepen ‘stop met alle maatregelen, het valt toch allemaal wel mee met dat virus’: kom eens kijken in de ziekenhuizen, in de revalidatiecentra. Luister naar artsen en verpleegkundigen die smeken: 'houd je aan de maatregelen! Wij waren nog niet uitgedeukt van de eerste golf en moeten weer vol aan de bak. We lopen op ons tandvlees…’
 
Terugkerende vraag is steeds: wat is het perspectief voor de toekomst?
Als de gedachte is: alleen het vaccin gaat ons redden, nog even volhouden, en dan komt alles goed, dan is dat een riskante tunnelvisie. Het kan ook heel anders gaan. Ik zag een opinieartikel van microbioloog en OMT-lid Marc Bonten die waarschuwt voor te groot optimisme. Klopt het dat een vaccin de kans op infectie slechts vermindert en niet volledig uitsluit? Houdt het kabinet er voldoende rekening mee dat een vaccin niet of onvoldoende werkt?
 
Als het virus niet zomaar de kop valt in te drukken – en daar heeft het alle schijn van – moeten we dan niet inzetten op maatregelen die langer vol te houden zijn? Zou je niet veel méér gebruik moeten maken van de kracht en inzet van het bedrijfsleven om de testcapaciteit op orde te krijgen? En laat het kabinet zich niet blindstaren op een vaccin en méér inspanningen leveren om behandelingen en medicatie te vinden. En moeten we niet drastischer inzetten op vergroten van de zorgcapaciteit buiten het ziekenhuis? Wat kan aanvullend de rol van het leger hierbij zijn? Welke aanvullende mogelijkheden zijn er voor patiëntenzorg buiten het ziekenhuis, welke rol kunnen huisartsen hierin spelen?
 
Tot slot een hartekreet. Ik hoor en zie over toenemende agressie tegen zorgwerkers. Dit kan echt niet, de wereld op z’n kop. Wat doet het kabinet om hen te beschermen?