25 juni 2025

Er moet flink gebouwd worden!

De Tweede Kamer debatteerde op woensdag 25 juni in de plenaire zaal over regie op volkshuisvesting. Namens het kabinet was demissionair minister Keijzer afgevaardigd. De bijdrage van SGP-Kamerlid André Flach is hieronder te lezen.

Volkshuisvesting vraagt om meer regie, zoveel is wel duidelijk. Tot een paar jaar geleden dachten velen dat de markt het wel op zou lossen. Dat er ook zonder regie voldoende woningen gebouwd zouden worden. Maar volkshuisvesting is geen markt. Er is sprake van ongelijke kansen. Mensen hebben, zoals op een markt, ook geen keus om een dak boven het hoofd te willen of niet. De laatste jaren zien we gelukkig al veel meer samenwerking. Tussen gemeenten, provincies, projectontwikkelaars en anderen.

De SGP is echter niet onverdeeld positief over deze wet. We twijfelen nog of we voor deze wet gaan stemmen. Regie voor het Rijk moet geen beknotting voor het lokaal bestuur worden. Dat doet niet alleen afbreuk aan de positie van gemeenten, maar uiteindelijk ook aan de positie van woningzoekenden. Bouwen volgens de wet, betekent niet altijd bouwen naar behoefte. Je kunt als gemeente verplicht worden om sociale huurwoningen te bouwen, terwijl dat niet altijd de woonplek is waar mensen op zitten te wachten. De woningbouw, de typen woningen die gebouwd worden, moeten overeen komen met de lokale vraag. Het woonbeleid moet ingebed zijn in de gemeente.

Het bouwen van twee derde betaalbaar is heel goed. Dat komt overeen met de vraag die er landelijk is. Sturing daarop is logisch. Maar als daar een punt had gestaan, was het wellicht ook goed geweest. De landelijke mal waar gemeenten nu in terecht komen, kan zomaar te knellend worden.

Het is ook niet zo dat regie en meer woningbouw alleen met deze wet kan.
Er zijn genoeg voorbeelden van flinke woningbouwprojecten, waarbij zonder deze wet goed samengewerkt is om woningen te bouwen.

Want voorzitter, dat is hard nodig. Het woningtekort is hoog, veel jongeren kunnen gewoonweg niet aan een huis komen. Ouderen kunnen niet doorstromen naar een passende seniorenwoning. Al jaren zit de woningmarkt helemaal vast.

De SGP heeft recent een eigen visiedocument over Wonen gepresenteerd, met daarin een tienpuntenplan. We benoemen daarin de oorzaken van de woningnood, zoals migratie, gezinsverdunning en te ruime financiële regelingen. We dragen daarin ook tal van oplossingen aan, die deels ook in deze wet staan. Denk aan het vergunningsvrij mogelijk maken van mantelzorgwoningen. Of aan het terugdringen van de looptijd van bouwprojecten. Daarover zijn we positief. Ik snap ook goed dat er wat meer sturing moet komen op aantallen en typen woningen. Tegelijk vraag ik mij wel af of deze wet de gewenste ruimte biedt aan gemeenten om lokale behoeften mee te nemen in lokaal woonbeleid.

Tweede Nota van Wijziging
Zeker, op dat punt zijn er met de tweede Nota van Wijziging goede stappen gezet. Er zijn verbeterslagen gemaakt die het wetsvoorstel beter maken, wat de SGP betreft. De eis van 30% procent sociale nieuwbouw geldt bijvoorbeeld niet meer per project, maar per regio. En geldt alleen voor gemeenten die een lager dan gemiddeld aandeel sociale huur hebben. Daarbij zijn er gelukkig wel uitzonderingen mogelijk. Voor de SGP zijn die uitzonderingen cruciaal. Gemeenten zijn zo verschillend, ook in de woningvraag. Dan past een landelijke mal niet. Nu is echter het risico dat gemeenten verplicht 30% sociale huur moeten programmeren, terwijl de vraag naar bijvoorbeeld goedkope koopwoningen veel hoger is. Of andersom, de vraag naar sociale huur is hoog, terwijl de bouwambitie op een ander segment moet liggen. De minister heeft de scherpste randjes van het eerdere voorstel uit de wet gehaald, maar het is de vraag of dat voldoende is.

Uitzondering op de 30%
Gelukkig kunnen gemeenten een uitzondering op deze regels krijgen. Ik heb echter nog steeds wel vragen over de manier waarop gemeenten een beroep kunnen doen op de uitzondering. En hoe ze aan kunnen tonen dat een uitzondering noodzakelijk is. Kan de minister dit toelichten?

Gemeenten doen geregeld behoefte-onderzoeken, om te zien waar de lokale en regionale behoeften liggen. Als daar bijvoorbeeld uit blijkt dat de vraag naar sociale huurwoningen 20% is, zou dat voldoende zijn voor een uitzondering? Je hebt gewoon gemeenten, zeker in meer landelijke gebieden, die meer gericht zijn op koopwoningen.

Ik lees in het Besluit dat gemeenten moeten laten zien dat de strikte regel ‘aantoonbaar niet passend’ zijn.

  • Hoe moet dat aangetoond worden?
  • Wat is de definitie van ‘aantoonbaar niet passend’?
  • En op basis waarvan kunnen Provincie en de Minister de uitzondering weigeren?
  • Kan de minister toezeggen dat de uitzondering op de regel geen papieren werkelijkheid wordt?

Gemeenten moeten binnen een regio afspraken maken over de verdeling van sociale huurwoningen. Bijvoorbeeld om in bepaalde gemeenten hogere of juist lagere percentages sociale huur te bouwen.

  • Welke termijn krijgen gemeenten daarvoor?
  • En wat gebeurt er als gemeenten er niet binnen die termijn uitkomen?

Voorzitter, om een uitzondering te krijgen, moeten gemeenten dus door drie hoepeltjes springen. Eerst moeten ze bewijzen dat de voorgeschreven regels ‘aantoonbaar niet passend’ zijn. Ten tweede moeten ze met regiogemeenten om tafel om de regionale opgave alsnog te realiseren. En als derde moet er ontheffing komen vanuit de provincie of het Rijk. Een schier onmogelijke opdracht volgens mij.

  • Kan de minister mijn zorgen wegnemen?
  • Kan de minister mij toezeggen dat gemeenten gewoon eenvoudig van deze uitzondering gebruik kunnen maken en dat de uitzonderingsmogelijkheid geen wassen neus wordt?

Provincies en het Rijk krijgen met deze wet diverse extra bevoegdheden. Bijvoorbeeld om zich vergaand te bemoeien met de volkshuisvesting in gemeenten. Daar zitten echter ook democratisch gekozen volksvertegenwoordigers, allen met hun eigen afwegingen. De kaders die deze wet biedt, zijn wat de SGP betreft ook direct de maximale kaders voor provincies en het Rijk.

  • Kan de minister toezeggen dat provincies en het Rijk geen extra regels mogen stellen? Bijvoorbeeld om een nog hoger percentage sociale huur te bouwen.

Amendement starters
Goed dat het verplicht wordt om in gemeentelijke volkshuisvestingsprogramma’s aandacht te besteden aan woonbehoeften en -opgaven van aandachtsgroepen en ouderen. Ik mis daarin echter wel de ‘starters’. Vandaar dat ik samen met de heer Vijlbrief, een amendement heb ingediend om deze groep ook toe te voegen. De bijzondere positie van starters op de woningmarkt rechtvaardigt volgens ons dit amendement. Het gaat om toetreders tot de woningmarkt, waardoor hun positie vaak slechter is dan van regulier woningzoekenden. Ook is hun financiële positie vaak relatief beperkter. Daarbij komt dat de stijgende huizenprijzen hen relatief hard raken, omdat zij geen overwaarde van een vorig huis hebben. Ook onderzoeken tonen aan dat de positie van starters de laatste jaren is verslechterd. Ik zie uit naar een reactie op dit amendement.

Amendement positie gemeenten
De Wet versterking regie volkshuisvesting biedt het Rijk en de provincies de mogelijkheid om instructies te geven aan gemeenten over het volkshuisvestingsprogramma. Die instructies kunnen vrij vergaand voorschrijven wat gemeenten in hun lokale volkshuisvestingsprogramma moeten opnemen. Ik begrijp dat instructies soms nodig zijn. Maar de positie van gemeenten mag niet ondermijnd worden. Ik wil dat er goede waarborgen in de wet komen, als het gaat om het proces van instructies. Zodat er ook een vorm van wederkerigheid in de wet komt. Ik heb daarom een amendement ingediend, nr. 34.

Concreet wordt met dat amendement formeel geregeld dat de instructies gepaard moeten gaan met een deugdelijke motivering. Daarnaast wordt de eis gesteld dat, voordat een instructie gegeven wordt, er een ‘op overeenstemming gericht overleg’ moet zijn geweest. In de praktijk zal het natuurlijk vaak voorkomen dat voorafgaand aan een instructie al overleg is gevoerd en dat de instructie gemotiveerd wordt. Met dit amendement wordt deze werkwijze formeel vastgelegd en worden deze twee vereisten voortaan wettelijk verplicht. Want ik krijg helaas uit gemeenteland ook signalen dat afspraken soms eenzijdig of nauwelijks beargumenteerd gemaakt worden. Graag een reactie op dat amendement.

Mantelzorgwoningen en familiewoningen
De SGP is groot voorstander van het makkelijker maken van het bouwen van mantelzorgwoningen. Gelukkig ziet de minister dit ook, en kunnen deze woningen hopelijk snel vergunningsvrij gebouwd worden. Ook familiewoningen gaan onder deze versoepeling vallen. Hoe gaat de minister er wel voor zorgen dat er geen wildgroei ontstaat?

Mantelzorgers kunnen ook worden aangewezen als urgente categorie. Daarvoor is echter bepaald dat kan worden geëist dat zij maatschappelijke of economische binding met de woningmarktregio hebben. Waarom geldt die eis ook voor mantelzorgers? Soms gaat het namelijk ook om mensen die geen binding hebben met een regio, maar waar wel iemand woont aan wie ze mantelzorg moeten verlenen. Aan welke voorwaarden zou een maatschappelijk of economische binding voor hen eruit moeten zien?

Termijnen sociale huur
Sociale huurwoningen die gebouwd worden, moeten dat zo lang als mogelijk is blijven. Dat geldt overigens net zo goed voor goedkope koopwoningen. Anders worden er op papier de juiste woningen gebouwd, terwijl ze al snel daarna verkocht worden in een hoger segment. Daarom zijn er instandhoudingstermijnen in het leven geroepen. Voor sociale huurwoningen bij woningcorporaties zijn die instandhoudingstermijnen er niet. Ik heb overwogen om hier een amendement voor te maken, omdat ik het belangrijk vind dat sociale huurwoningen dat ook echt blijven. Er zijn echter al wettelijke waarborgen dat dit gebeurt.

  • Kan de minister dit toelichten?
  • En hoe wordt toegezien of die instandhoudingstermijnen worden nageleefd?

Versnellen procedures
In de wet is ook een grondslag opgenomen om projecten aan te wijzen waar procedurele versnellingen van toepassing zijn. Die versnellingsmogelijkheden kunnen vrij vergaand zijn. Op zich snap ik dat, dat is inderdaad regie pakken. Maar de minister heeft nu vrij veel doorzettingsmacht, zonder echt goede inspraak van de Kamer. Er is wel een voorhang geregeld, maar volgens mij kan die wel wat scherper. Vandaar dat ik een amendement heb ingediend om de voorhang te verzwaren. Graag uw reactie.

Wet betaalbare huur
D minister heeft ook aangegeven de Wet Betaalbare huur te willen aanpassen. Inmiddels is het kabinet gevallen.

  • Hoe ziet de minister haar plannen nu voor zich?
  • Gaat zij nog wijzigingen voorstellen in de Wet Betaalbare huur, en zo ja, wanneer?

Voorzitter, ik ben benieuwd naar de reactie van de minister. Zoals gezegd, de SGP overweegt nog of we voor of tegen deze wet gaan stemmen. Dat zal ook afhankelijk zijn van het debat en de moties en amendementen die worden aangenomen.