27 november 2024

Gasloos maar niet tactloos

De Eerste Kamer debatteerde op dindag 26 november over de Wet gemeentelijke instrumenten warmtetransitie. De bijdrage van SGP-Senator Marc de Vries is hieronder te lezen.

Zorg voor het milieu is wat de SGP betreft zorg voor de schepping. Die gaat ons daarom ter harte. Het wetsvoorstel dat voorligt is een bijdrage aan de energietransitie die nodig is om verantwoordelijker om te gaan met het natuurlijk milieu.

Het gaat in dit geval om de overgang van verwarming met gas als energiebron, met name voor woningen, naar andere vormen van verwarming. Nu kan het geen kwaad dit wetsvoorstel enigszins in breder perspectief te plaatsen. Het is een bijdrage aan duurzaam energiegebruik, maar ook niet meer dan dat. Het is wel mooi bedacht om alle gasinfrastructuur uit een wijk te verwijderen, maar als het alternatief gebaseerd is op elektriciteit, komt deze in de meeste gevallen in Nederland van een gasgestookte centrale. Het idee dat wij ‘van het gas af gaan’ is dus maar heel betrekkelijk. Bovendien is duidelijk dat er meer nodig is dan technologie. Uiteindelijk is een echte duurzame energievoorziening alleen mogelijk als wij onze behoefte aan energie naar beneden bijstellen. Wat dat betreft zijn alle ambities om steeds meer Artificiële Intelligentie in te zetten zorgwekkend want deze zullen voor een forse stijging van de energievraag zorgen. Wij kunnen dus wel overgaan op een andere manier van verwarmen, maar als dit niet gepaard gaat met een kritischere blik op wat wij echt nodig hebben en wat toch eigenlijk als luxe beschouwd moet worden, is de bijdrage van deze overgang wel erg betrekkelijk. Warmte is weliswaar geen luxe, maar een basisbehoefte maar ook daar moet verantwoord mee omgegaan worden.

Maar, voorzitter, een bijdrage is het wel en in het kader van ‘alle beetjes helpen’ is het goed om vandaag te debatteren over dit wetsvoorstel. Ik sprak vorige week met een medewerker van een loodgietersbedrijf die bij ons thuis de cv-ketel kwam nakijken. Hij vertelde hoe in Sliedrecht een proefproject in uitvoering is om zo veel mogelijk woningen van gasvoorzieningen te ontdoen en alternatieve verwarmingsbronnen te installeren. In veel gevallen betekende dat een buitengewoon ingrijpende verbouwing omdat een warmtepomp totaal andere eisen aan infrastructuur stelt dan een cv-ketel. De kosten die gepaard gaan met de verbouwing zijn groot. Gelukkig voor de bewoners kunnen zij bijna alles uit subsidies bekostigen. Na de overgang zal hun energierekening er gunstiger uitzien dan voorheen. De vraag is alleen of dit ook op de langere termijn het geval zal zijn. Zoals bij veel nieuwe technologieën zijn de lange-termijn effecten lastig in te schatten.We hebben dat bijvoorbeeld gezien bij de elektrische auto. Ik hoorde dat iemand zijn mooie Tesla na 8 jaar aan de kant kon zetten omdat deze als ‘total loss’ verklaard was, niet door een ongeval maar omdat de accu op was en vervangen onevenredig duur was. Hoe zal dat uitpakken bij warmtepompen? Niet alleen is de verbouwing voor bewoners zeer ingrijpend maar ook alle procedures om van de subsidies gebruik te kunnen maken zijn voor met name lager opgeleiden niet gemakkelijk te doorgronden.

De zorg voor met name wat zwak en kwetsbaar is ligt onze fractie altijd na aan het hart. De Bijbel staat vol van voorbeelden waarin God juist voor het zwakke en kwetsbare bijzondere aandacht heeft. Van de arme wordt evenzeer een offer verwacht als van de rijke, maar hij kan met minder toe. Vertaald naar vandaag: ook van de huishoudens met lagere inkomens en minder hoog opgeleiden wordt een offer verwacht, maar zij moeten extra geholpen worden. Te denken is aan situaties waarin de zorg om de transitie komt bovenop de zorg voor een gezinslid dat intensieve zorg nodig heeft of een gezin dat bezig is met inburgeren waardoor de taal alleen al een probleem is bij het begrijpen van de taal van de energietransitie. De SGP is blij met alle regelingen, waaronder de mogelijkheid van een Staatsdeelneming. waardoor de overgang van gas naar ander energiebronnen ook voor de kwetsbaren financieel haalbaar is. Er is echter meer dan geld nodig. Kwetsbare groepen hebben extra begeleiding nodig. Ik kom daarmee tot een eerste vraag aan de minister:
Kan de minister toezeggen om hier onderzoek naar te doen en samen met gemeenten te overleggen hoe kwetsbare groepen in de wijk geholpen kunnen worden met goede voorlichting en begeleiding? Kan er voor hen bijvoorbeeld een energie-expert via de WMO beschikbaar worden gesteld om met WMO-gerechtigden een gesprek te voeren over de warmtetransitie en hen met raad en daad te ondersteunen?

In een nog op te stellen AMvB worden bij het voorliggende wetsvoorstel nadere kaders gegeven met betrekking tot betaalbaarheid. De precieze inhoud daarvan is nog niet bekend. Dat brengt mij op een tweede vraag aan de minister:

  • Wat voor voorwaarden zal de AMvB bevatten om de betaalbaarheid te garanderen?

Overigens is onze fractie gelukkig met het feit dat dit wetsvoorstel uitgaat van lokale bestuursautonomie en lokale expertise. Het is daarbij wel van belang dat de aanwijsbevoegdheid niet door nog vast te stellen beperkingen ontkracht wordt, maar dat gemeenten ruim gebruik kunnen maken van de aanwijsbevoegdheid die hen door deze wet wordt toegekend. Onduidelijk is nog hoe de relatie is tussen uitvoeringsplan en omgevingsplan. In het omgevingsplan moet beschreven zijn wat de alternatieve energiebron wordt. Dat plan is meestal voor vijf jaar geldig. Mijn derde vraag aan de minister is de volgende:

  • Is het dan zo dat de gemeente zich voor vijf jaar committeert aan die bepaalde energiebron? Hoeveel ruimte is er nog om een pas later in beeld gekomen duurzamere energiebron in te zetten?

Onze fractie heeft zorgen over de uitvoerbaarheid van de wet. Er wordt weliswaar 1,04 miljard Euro beschikbaar gesteld om de gewenste energietransitie te realiseren maar er is meer nodig dan geld. Er zal veel gevraagd worden van gemeenten in termen van tijd van ambtenaren. Nu al is de ambtelijke capaciteit van veel gemeenten problematisch. De oorzaak hiervan is niet een gebrek aan middelen maar aan arbeidskrachten. Als er vijf warmte-experts zijn en tien gemeenten met ieder twee vacatures kun je nog zoveel geld beschikbaar stellen maar dan blijft er een tekort aan vijftien experts. Dat brengt mij bij mijn vierde vraag aan de minister.

  • Op welke wijze denkt de minister er voor te kunnen zorgen dat er naast voldoende geld ook voldoende mensen zijn om uitvoering te geven aan de wet. Welke concrete maatregelen worden daartoe genomen?

Onze fractie ziet met belangstelling uit naar de beantwoording van onze vragen door de minister.