12 oktober 2012

55

Dat heb ik geweten zeg, m’n 55e verjaardag. Overladen ben ik, werkelijk overladen met felicitaties. Overal kwamen de brieven en kaartjes en pakjes vandaan, van hoog (het torentje) tot laag (de onderburen), uit het zuiden (Zeeuws-Vlaanderen, Afrika), uit het westen (Scheveningen), uit het noorden (Den Helder, Frieslân), uit het oosten (Enschede, Oekraïne) en uit het midden (Maartensdijk) des lands. Ik had er een verjaardagtaak aan om alle feliciteerders persoonlijk te bedanken, en daar ben ik voorlopig nog wel even zoet mee. Ik ben dus nog niet jarig….

Kijk, ik kan natuurlijk heel hoffelijk en beleefd zeggen dat het allemaal niet nodig was geweest, en het wás ook niet nodig, maar leuk is het uiteraard wel. Het doet goed, is hartverwarmend en geeft moed om door te gaan, zeker als je leven wel eens anders loopt dan je had verwacht en gehoopt…

Geweld
Aanstichters van dit felicitatiegeweld zijn twee personen in mijn onmiddellijke nabijheid. Dat is allereerst onze fantastische secretaresse die minstens voor drie telt, Janie de Jong. Haar heimelijk verspreide oproep heeft z’n uitwerking niet gemist. Post.nl tilde zich een breuk! En wie de twitterorkaan aanblies is m’n immer trouwe en opgewekte hulpe tegenover en naast me, Herman Meijer - onder twitteraars beter bekend als @MeijerHerman.

Ik weet zeker dat deze twee kanjers vinden dat dit publieke bedankje niet nodig was geweest, sterker nog, het maar niks vinden. Maar ik hoop tegelijkertijd dat ze het, net als ik, openlijk of stiekem toch best ook wel weer leuk vinden….

Kluiven en biksbrokken
Wellicht dat niet iedereen het weet, maar ik ben twee dagen na dierendag jarig. Nu geloven wij op goede gronden niet in toeval, dus dat ik twee dagen na dierendag jarig ben is natuurlijk niet toevallig. Toen ik in 1957 het levenslicht zag in de Zeeuwse ganzenstad Goes, lagen veel koeien en honden en ander wandelend gedierte des velds en des huizes nog (maagjes vol!) op apegapen van alle de dagen ervoor met smaak naar binnen gewerkte kluiven en biksbrokken. Al die welvoldane, zich genoeglijk in het oktoberse najaarszonnetje koesterende honde- en koeielijven moeten bij m’n eerste oogopslag een onuitwisbare indruk op me hebben achter gelaten.

Iedere Banierlezer weet dus nu waar mijn dierenliefde vandaan komt. Iedereen zal er nu hopelijk óók begrip voor hebben dat ik wel iets heb met kamerleden die meer dan gemiddeld oog hebben voor de Bruno’s en Betsy’s in den lande en in de wereld.

Het was dan ook de grootste verrassing van mijn verjaardag dat één hunner zich op de 6e oktober te mijnen huize hoogstpersoonlijk een felicitatiekaart, hondekluiven (voor m’n Turkse vriendin) en een fles wijn (voor mezelf) kwam overhandigen. Nee, ik noem geen namen, en nee, ik noem geen partij, maar als iemand ooit nog beweerd dat de PVV iets tegen Turken heeft, die is bij mij aan het verkeerde adres. Offenberglaan 1-54, 2594 BM  Den Haag.

Geitenwollen sokjes
Toen Mark Rutte van start ging met z’n eerste ploeg, werd zijn kabinet door GroenLinks-bazin Jolande Sap denigrerend weggezet als “een kabinet van zwartkijkers en zwarte kousen.” Inmiddels is wel helder dat Jolande Sap nou ook niet bepaald een lachebekje is. En om nu te zeggen dat GroenLinks bevolkt wordt door allemaal lieve groene tuinkabouters op geitenwollen sokjes en met rode puntmutsen op hun vredelievende hoofdjes, nou nee...   

Afijn, veel zal ik er niet over zeggen. Ondanks haar pacifistische wortels, blijkt GL een echte vechtpartij. Het is natuurlijk allemaal erg pijnlijk. Wat daar gebeurt, gun je je grootste tegenstander niet. Nu zou je kunnen redeneren dat GroenLinks onze op één na grootste tegenstander is, dus dat ik in dit geval heel gunnend zou kunnen zijn, maar dat doe ik niet. Voor de direct betrokken mensen, daaronder enkelen die ik ken vanuit de wandelgangen, is dit persoonlijk een drama. Daar doet de gapende kloof tussen de partijen en onze opvattingen niets aan af of toe.

Laatst liep ik een van m’n GroenLinks-collega’s tegen het lijf. Op mijn vraag: “Hoe komt het toch dat jullie per stuk zo aardig zijn, maar allemaal bij mekaar opgeteld zo ónaardig?” moest zij het antwoord schuldig blijven.

Ik weet het trouwens evenmin….

Restyling
Volgend jaar ondergaat ons partijblad een gedaanteverwisseling, beste lezers. Tegenwoordig heet dat een restyling. De details hierover krijgt u later nog wel te horen/lezen bij monde van het bevoegd gezag. En aangezien ik niet bevoegd ben noch gezag heb, ben ik niet de aangewezen persoon om u tijdig te waarschuwen en voor te bereiden op de revolutionaire plannen die de redactie, uiteraard in goed overleg met het bestuur, heeft uitgebroed.

Revolutionair, dat wordt het! Voor mij op m’n oude dag (zie boven) wordt dat best wennen, u kent me. Ik ben niet zo van revoluties, maar als het dan moet, dan ben ik meer iemand van de evolutie dan van de revolutie. En voor d’r nou een lezer is die denkt dat ik geloof in het broodje-aap verhaal waar Alexander Pechtold van moet leven, dat is geenszins het geval. Maar als rechtsgeaard conservatief bekijk ik alle veranderingen met gepaste argwaan.

Veel mag ik uiteraard niet ontsluieren. Maar één ding wil ik al wel kwijt. In hoogsteigen persoon heb ik een speciale rubriek voor vrouwen weten te verijdelen. Zo’n modieuze nieuwlichterij is aan mij niet besteed. Je weet precies wat het dan wordt. Een breirubriekje, getiteld ‘Het naadje van de zwarte kous’. Of een culinaire pagina onder het motto ‘Ga toch koken mens!’ Zoiets wordt het geheid. Ik zie de koppen in de kranten al!

Die kant moeten we dus niet op mensen.

Menno de Bruyne