Interview met Bert Kalkman

Tegen wil en dank een spil in het verzet tegen een slechte wet

 

Het is vrijdagavond, half acht. Bij het naar voren lopen in een zaal van de Boazkerk verman ik mezelf. “Het is maar een gewone jeugdverenigingsavond, zoals al die avonden hiervoor. Ja, de inspectie kijkt nu mee, maar we hebben niets te verbergen. Start met een goede eerste zin en kijk ze aan, zoals je normaal doet. Daarna loopt het wel.”

Door Sjon van der Ree Doolaard

“Goedenavond, jongens en m… uh, goedenavond, allemaal. (Dat is veiliger, want ik weet niet waar ze allemaal op controleren.) Fijn dat jullie er allemaal zijn. We hebben een gastspreker in ons midden. Zij zal ons iets vertellen over het thema dat jullie al in het kerkblad hebben kunnen lezen: ‘Anders geaard, wat nu?’ Ook een welkom aan inspecteur De Mol. Hij komt vanavond een tijdje met ons meeluisteren...”

Spil in het verzet

Zoals u zult begrijpen, is dit niet uit het leven, maar uit de fantasie gegrepen. Maar toch, denk even mee. Op welk moment gaan we ons achter de oren krabben over het voorstel voor een Wet toezicht informeel onderwijs?

Iemand die de komst van deze wet niet wil afwachten, maar een tegenstem orkestreert, is Bert Kalkman. Hij kwam in de achterliggende tijd geregeld in het nieuws als voorman van het verzet tegen deze wet. Bert Kalkman is bestuursvoorzitter van het IKC (Stichting Interkerkelijk Kenniscentrum). Hoe is hij in deze positie van verzet gekomen?

“Rond 2023 werden we benaderd door het Ministerie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap (OCW). Zij wilden graag in gesprek met vertegenwoordigers van informeel onderwijs in Nederland. Omdat wij een interkerkelijk orgaan zijn, kwamen ze onder meer bij ons uit.

Wij gingen daar constructief op in, ook al was het tegen wil en dank. IKC is er immers om het Evangelie te verspreiden onder kinderen en jongeren. We zijn geen lobbyorganisatie, geen politieke club, maar een goed doel. We zijn er dus zeker niet op uit om ons geld aan dit soort zaken te besteden. Maar, we nemen deze verantwoordelijkheid op ons en proberen jeugdwerkorganisaties en zondagschoolbonden zoveel mogelijk aangehaakt te krijgen. Wij hebben ons verantwoordelijk gevoeld voor de 800 kerken die bij het IKC zijn aangesloten.”

Waarom en waarover wilde het ministerie contact?

“Onderwijsminister Dekker uit het toenmalige kabinet-Rutte IV wilde contact over een drietal zaken:

  1. Het goed regelen van een VOG, een Verklaring Omtrent het Gedrag. Nou, dat vinden wij ook belangrijk. Dat moet goed geregeld zijn. Prima.
  2. Daarnaast wilden ze ook een gesprek over de kwaliteit van het informeel onderwijs. Daarvan zeggen wij dat we ons constructief willen opstellen en met hen samen willen nadenken over wát dan die kwaliteitsnorm is.
  3. Het derde gesprekspunt is het toezicht op het informeel onderwijs. Daarover hebben wij van meet af aan duidelijk gecommuniceerd: ga deze grens niet over, want dan moeten wij hiertegen in actie komen.”


Een slechte wet

Waarom is dat een grens die niet overschreden mag worden?

“Het gaat bij deze wet om een controle van de gewone Nederlander. Ik ben een normale burger. Ik werk hier hard en probeer een positieve bijdrage te leveren. Je gaat als Nederlandse overheid je burgers toch niet met zoveel wantrouwen bejegenen, dat je zegt: eens kijken of jullie staatswelgevallige dingen vertellen? Dat druist in tegen zoveel kernwaarden van Nederland, die we nota bene ook nog hebben vastgelegd in onze Grondwet, omdat we ze zo fundamenteel vinden. Het intreden in het privédomein, de opvoeding van onze kinderen, de vrijheden van godsdienst en onderwijs… Die grens overschrijden, deden we nooit. Die vrijheid is ons nooit afgenomen."

U verwees bij de overhandiging van de petitie in de Tweede Kamer ook al naar de geschiedenis, naar de vader des vaderlands om precies te zijn.

“Dat is inderdaad de traditie waarin we staan en waarvan we ons goed bewust moeten zijn. In zijn oudjaarstoespraak in de Raad van State in 1564 zei Willem van Oranje al: ‘Ik kan niet goedkeuren dat vorsten over het geweten van hun onderdanen willen heersen en hun de vrijheid van geloof en godsdienst ontnemen.’ Daar komen we vandaan. Dus daar breng ik het steeds naar terug. Deze traditie rijkt zelfs nog verder terug in de geschiedenis.”

Je zou toch zeggen als er zoveel grondrechten worden aangetast dat de overheid vanzelf zal inzien dat dit een heilloze weg is…

“De les is hier dus: geloof de overheid niet op z’n blauwe ogen. De ideologische verblindheid die is ingezet bij kabinet-Rutte IV is overgenomen door het huidige kabinet, waarin dezelfde liberale VVD meedoet. Daarbij vraag ik me ten zeerste af of de andere participerende partijen in het kabinet doorhadden welke consequenties bij deze plannen horen. Die twijfel werd gevoed door de gesprekken die wij voerden met de ambtenaren op het ministerie en de reacties die er kwamen op de internetconsultatie van de overheid en van andere betrokken instanties.”

Als we toch even kijken naar de andere kant. Snapt u dan dat er wel redenen worden gezien om bepaalde uitwassen te bestrijden? Er zijn toch wel problemen te benoemen?

“We hebben te maken met een stroom aan vluchtelingen en immigranten uit veelal islamitische landen. Daardoor zie je een soort islamisering optreden. En ik begrijp heel goed dat je geen zin hebt in de radicale elementen daarvan. Daarbij zie je ook dat de integratie op sommige punten gewoon mislukt. Dus dan moet je in actie komen tegen die extreme elementen. En dat kan ook, maar niet via deze wet, waarbij al het informeel onderwijs op een hoop wordt geveegd om maar niet een bepaalde groep te discrimineren in de aanpak. Nee, als je schadelijke elementen wilt aanpakken, moet je dat net als bij andere overtredingen (zoals iemand die te hard rijdt, bijvoorbeeld) doen via het strafrecht.
Maar onze overheid lijkt doof voor onze oproep in de gesprekken en ze lijken doof voor iedereen die ertegen in het verweer komt. Wij breken ons het hoofd erover wáárom de overheid dit zo eigenzinnig en verblind wil doorzetten.”

Het verzet

En daarom zijn jullie een petitie gestart als tegenreactie?

“Ja, toen we met alle organisaties (Joden, Aziaten, moslims, humanisten, scouting, christenen, etc.) waarmee we in contact stonden de unanieme conclusie hadden getrokken dat de grens was overschreden, omdat de staatssecretaris de wet in werking wilde laten treden, zijn verschillende stappen gezet.
We hebben opgeroepen om te reageren op de internetconsultatie die de overheid openstelde. Hierop zijn duizenden reacties gekomen. En dat heeft wat te zeggen, want die aantallen worden normaal niet bereikt bij dergelijke consultaties.
Daarnaast hebben we namens ongeveer tien jongerenorganisaties een petitie opgesteld die zo’n 57.000 keer is ondertekend. Ook andere organisatie(koepel)s zetten een petitie uit en zodoende kregen we meer dan 100.000 handtekeningen die we aan de onderwijscommissie van de Tweede Kamer hebben aangeboden. Daarmee willen we laten weten dat deze wet slecht is voor Nederland. Wij maken ons daar grote zorgen over.”

Hoe werd de petitie ontvangen?

“De reactie uit de Kamercommissie van onderwijs was positief. Deze petitie vond men ‘onderscheidend’, omdat de boodschap helder is en ook het hart raakt van de democratie. Ook het aantal handtekeningen vonden ze ‘indrukwekkend’.”

Over dat aantal denkt u zelf met gemengde gevoelens, blijkt uit uw opinieartikel in het RD van 4 februari. Kunt u dat toelichten?

“We zijn echt heel blij met alle betrokken (kerkelijke jongeren)organisaties en met de mensen die hun verantwoordelijkheid hebben genomen om een handtekening te zetten.
Tegelijkertijd zien we echter dat het aantal volwassen christenen in ons land niet ophoudt bij dit aantal. Ons land telt honderdduizenden volwassen christenen die zich níet uitspraken tegen deze overheidsbemoeienis met kerkelijk onderwijs. Zij zwijgen terwijl de overheid plannen maakt om toezicht te houden op catechese, zondagsschool en jeugdvereniging. Zij zwijgen terwijl de vrijheid onder druk staat. Ik vraag me dan af: hoe kan dat? Wíj hebben er alles aan gedaan om onze actie zo breed mogelijke bekendheid te geven. Iedereen kon ervan weten. We hadden dan ook 300.000 handtekeningen kunnen hebben!”

Lessen voor de toekomst

Hebt u zelf een antwoord op deze vraag? Zijn we ons dan toch te weinig bewust van de vergaande effecten van deze wet?

“Ik weet dat niet precies. Voor een deel hebben we te maken met mensen die het niet interesseert, maar een ander deel interesseert zeker wel en als we het er dan over hebben, zeggen ze ook: ‘wat goed dat jullie dit doen!’ en ‘echt heel belangrijk!’. Maar als ik dan vraag of ze de petitie hebben getekend, krijg ik toch vaak reacties als: ‘kon ik hier al iets over weten?’, of ‘waar kan ik dat doen?’… Ik kan er een boek over schrijven.
Er is ook een categorie die niet wil tekenen, omdat het voor hen op een lijn staat met protesteren tegen de overheid. En protesteren tegen de overheid doe je niet.
Jij vraagt naar de bewustheid. Misschien gaat die bewustheid dan toch niet diep genoeg, want hier gaat echt een wissel om en toch wordt er niet getekend. Het dringt dan soms wel door dát er iets speelt, maar het brengt toch nog niet voldoende in beweging om de petitie te tekenen. In mijn opinieartikel heb ik dat dan ook scherp het ‘luie het-zal-zo’n-vaart-niet-lopenchristendom’ genoemd.”

Het is dus duidelijk dat we hier iets van moeten leren. Welke lessen ziet u?

  1. “We moeten daadwerkelijk leren signaleren welke maatschappelijke ontwikkelingen fundamenteel zijn.
  2. Dat leren signaleren moet niet beperkt blijven tot de intellectuele elite. Die kunnen natuurlijk allemaal wel rondetafelgesprekjes voeren. Het moet doordruppelen in de haarvaten van de samenleving.
  3. Dat vraagt ook een langetermijnhouding. In het onderwijs moest ik altijd bezig zijn met een termijn van tien jaar om een verandering tot stand te brengen. Ook hierin geldt dat we vooruit moeten leren kijken om te kunnen anticiperen. Want als we niet anticiperen veranderen we zelf mee, want we worden hoe dan ook beïnvloed.
  4. Vervolgens moet er effectief over gecommuniceerd worden. We moeten de wegen vinden om iedereen te bereiken.
  5. We moeten er ook over nadenken hoe we dat kunnen organiseren. Het is natuurlijk een absurde gedachte dat het IKC dit heeft moeten doen. Wij zijn er om het Evangelie te verspreiden onder kinderen en jonge mensen en om kerken bij deze taak te helpen. De voortrekkersrol in dit verzet is niet onze taak. We vormen wel een koepel, dus in die zin begrijp ik het. Maar wij zijn geen lobbypartij. Wij zijn geen belangenpartij die dit normaal gesproken als haar taak ziet. Waar was iedereen? Waar waren de kerken die dit gezamenlijk en met visie op de toekomst wilde aanpakken? We zitten zó lang te slapen.”

Wat gebeurt er als er geen gehoor wordt gegeven aan de oproep van de petitie?

“Dat is wel spannend. Hierna is er verder weinig mogelijk. Als grondrechten gebogen worden is een logische gevolgtrekking dat je dan een juridische procedure krijgt, maar dat is uiteraard een zwaar middel. Hopelijk komt het niet zover. Je hoopt dat mensen bij zinnen komen.”

Hoe nu verder?

“Het is nu afwachten welk effect de petitie heeft en of de wissel weer wordt teruggezet. In elk geval zijn wij opgestaan, en hebben we actie ondernomen. Het zou toch niet zo zijn dat mijn kleinkinderen tegen mij zouden zeggen: ‘Opa, hoe kon dit gebeuren? Waarom hebben jullie niets gedaan?’ Dat zou een ondraaglijke gedachte zijn. Deze wet gaat iedereen aan en het gaat om de toekomst van onze toekomstige generaties. En omdat zij zich nu niet kunnen verdedigen, ligt die taak bij ons.”


Dit interview is (in verkorte vorm) ook verschenen in De Banier, het partijblad van de SGP, in februari 2025.