22 september 2020

Het gaat goed met de vissen, niet met vissers



Het gaat weer goed met de meeste visbestanden in Europa, concludeert een rapport van de Europese Commissie dat dinsdag ter sprake kwam in de Europarlementscommissie voor Visserij.

"In het noordoostelijke deel van de Atlantische Oceaan nam de visserijdruk op de visbestanden tussen 2003 en 2018 geleidelijk af. De doelstelling inzake maximale duurzame opbrengst (MDO) is grotendeels gehaald, hoewel er nog een aantal uitdagingen moet worden aangegaan."

Ondertussen gaat het echter niet zo meer zo goed met de vissers zelf, concludeerde Wageningen Economic Research (WER) recentelijk. De Nederlandse visserij beleeft andermaal een slecht jaar, na ook al een matig 2019. Dat komt onder andere door de coronacrisis, het Noordzeeakkoord (waardoor vissers visgronden verliezen), het verbod op pulsvisserij en de aanstaande Brexit.

"Na de visbestanden, moeten nu vissersbedrijven worden hersteld", zegt Europarlementslid Bert-Jan Ruissen (SGP). "We moeten de bedrijven de kans geven te vangen wat de consument wil. De EU moet voorlopig geen nieuwe dure plichten opleggen, zoals camera's aan boord en verplicht aan land wegen.  Vissers moeten voldoende worden vergoed in geval van 'no - deal Brexit'."

Door de coronacrisis konden vissers dit voorjaar minder uitvaren. Ze konden een deel van hun maximale vangstquotum dus niet benutten. Ruissen kreeg van de Europese Commissie dinsdag de toezegging dat een deel van hun quotum mogelijk naar 2021 kan worden doorgeschoven. Een topambtenaar van de Europese Commissie zegde toe dat ze van geval tot geval zou bekijken of quota kunnen worden doorgeschoven.

Ruissen bepleitte tevens - met steun van veel collega-Europarlementsleden -  om de huidige aanlandplicht te herzien. Deze plicht om ook ondermaatse jonge vis aan land te brengen (en net meer terug in zee te gooien), blijkt in praktijk niet goed te werken. Veel jonge vis blijft onverkocht en gaat naar de vuilverwerking.