26 juni 2025

Aanscherping asielwetgeving hoognodig

In de plenaire zaal van de Tweede Kamer werd op donderdag 26 juni gedebatteerd over de asielnoodmaatregelenwet. Namens het kabinet waren demissionare ministers Keijzer en Van Weel aanwezig. SGP-Kamerlid Diederik van Dijk sprak namens onze partij. Zijn inbreng aan het debat is hieronder te lezen.

Asielinstroom
Het loopt in Nederland al jaren storm met het aantal asielaanvragen. Met als gevolg: een asielsysteem dat compleet is vastgelopen en een land dat de asielinstroom op deze manier niet langer aankan. 200.000 asielzoekers passeerden in de afgelopen vijf jaar onze landsgrenzen om hier onderdak te vinden. Daarvan wordt het merendeel ook toegewezen. Dat zijn veel meer toekenningen dan in andere EU-landen; daar vraagt de SGP al veel langer aandacht voor. Op een gegeven moment werd maar liefst 85% van de mensen die hier asiel aanvroegen toegelaten, terwijl in andere landen die percentages aanzienlijk lager liggen.

De gevolgen? Terwijl de huizen niet zijn aan te slepen, worden asielzoekerscentra en peperdure noodopvanglocaties in rap tempo uit de grond gestampt. Ondertussen voelen steeds meer Nederlanders zich niet meer thuis in hun eigen buurt. Om deze redenen zegt de SGP al jarenlang: die asielinstroom moet echt naar beneden!

Draagkracht
Natuurlijk moeten we onze bijdrage leveren in het opvangen van de echte vluchteling, die vanwege zijn geloof of politieke overtuiging is gevlucht.
Dat kan alleen als we dat doen naar draagkracht. Een land dat 0,025% van de wereld beslaat kan onmogelijk de problemen van de hele wereld op zich nemen. Dat aloude dilemma kwam ik ook al tegen in de inbreng van het piepjonge SGP-Kamerlid Van der Staaij bij de behandeling van de toenmalige nieuwe Vreemdelingenwet 2000. Hij zei - ik citeer - “Niet iedere asielzoeker is een vluchteling die een veilig heenkomen zoekt of een ontheemde die op zoek is naar onderdak. (…) De wens om door emigratie naar een rijk land te komen tot verbetering van het materiele perspectief, is vaak alleszins begrijpelijk en invoelbaar. Het is duidelijk dat wij hiermee oplopen tegen de grenzen van de herbergzaamheid die een klein en dichtbevolkt land als Nederland kan bieden. Deze politieke doelstellingen [van de Vreemdelingenwet 2000] zijn onder andere ingegeven door het feit dat Nederland nog steeds een onevenredig groot aantal asielzoekers aantrekt in vergelijking met andere lidstaten van de Europese Unie.”

Aantrekkingskracht
Nederland is altijd een aantrekkelijk toevluchtsoord geweest, en dat zal met een wet niet meteen veranderen. Tegelijk moeten we er wel alles aan doen om niet onnodig aantrekkelijker te zijn dan ons omringende landen. En daarvan is momenteel toch weldegelijk sprake. Als je nu als asielzoeker Nederland binnenkomt weet je dat jouw zaak gemiddeld pas na 17 maanden inhoudelijk behandeld gaat worden. De eerste anderhalf jaar ben je dus al bijna verzekerd van verblijf in Nederland. Er volgt een ellenlange procedure, die vaak ook nog wordt gerekt doordat je bij herhaling in beroep kunt gaan of nieuwe aanvragen in kunt dienen.

Ook de wet- en regelgeving is op onderdelen ruimer dan in landen om ons heen.
Dat brengt mij bij de wetgeving zoals die vandaag op het menu staat. De kern ervan is dat werk wordt gemaakt van een restrictief beleid, waarbij de asielketen wordt ontlast. Die insteek deelt mijn fractie.

In deze wetten zijn dan ook veel voorstellen terug te vinden die de SGP de afgelopen jaren al vaker heeft gedaan. Zoals het anders inrichten van het systeem van verblijfsvergunningen, zodat het uitgangspunt weer wordt dat asiel tijdelijk is en dat de vluchteling weer terugkeert op het moment dat het in zijn regio veilig is.
Of het terugbrengen van de nareismogelijkheden tot het kerngezin. En zo zijn er nog meer voorbeelden te noemen. Daarom is het goed dat deze wetten hier nu eindelijk liggen, zodat oeverloos gepraat over grip op migratie nu eindelijk wordt omgezet in het nemen van concrete maatregelen.

Nareis
Nederland kent inmiddels al tien jaar een ruimer nareisbeleid. Daardoor worden meer mensen hier toegelaten dan strikt genomen noodzakelijk is. Niets voor niets loopt het aantal mensen dat statushouders hierheen over laten komen flink op. De SGP heeft hier bij herhaling aandacht voor gevraagd.

Natuurlijk moet er altijd ruimte zijn voor schrijnende gevallen, bijvoorbeeld jongvolwassenen die echt niet zonder hun ouders verder kunnen in het herkomstland vanwege fysieke of emotionele beperkingen, maar het generieke begunstigende jongvolwassenenbeleid moet verdwijnen. Het kerngezin wordt weer het uitgangspunt, wat betekent dat de echtgenoot en de minderjarige kinderen van de aanvrager gezinshereniging kunnen ontvangen.

Daarnaast hecht mijn fractie er wel veel waarde aan dat een zorgvuldige toets ten aanzien van artikel 8 EVRM wordt gedaan, zodat het recht op familie- en gezinsleven in acht genomen wordt. In de stukken las ik dat deze ambtshalve toets extra tijd en IND-capaciteit kost, maar dat er nog niet voldoende capaciteit is gereserveerd hiervoor. Dit is voor mijn fractie wel cruciaal.

  • Kan de minister hier verzekeren dat kwetsbare gezinnen niet zullen lijden onder de tekorten bij de IND, zodat altijd een zorgvuldige toetsing op artikel 8 EVRM plaatsvindt?

Daarnaast bereiken ons signalen dat voor bepaalde groepen de nareisbeperking tot problemen zou kunnen leiden. Bijvoorbeeld voor christelijke asielzoekers vanuit Iran, waar het voor een christen verboden is met een moslim te trouwen. Het risico bestaat dat de rechter terughoudend zal toetsen, en dat de risico’s die deze mensen in eigen land moeten ervaren onvoldoende worden onderkend. Dan moeten zij in Iran blijven terwijl het daar veel te gevaarlijk is voor hen. Hoe wordt dit voorkomen?

Tweestatusstelsel
Dat brengt ons ook bij het tweestatusstelsel en de vraag of je verschillende beschermingsniveaus moet toekennen aan mensen die vluchten voor oorlog en aan mensen die vervolgd worden om wie ze zijn. Voor mijn fractie is helder dat je aan verschillende situaties met bijbehorende statussen ook onderscheiden rechten kunt toekennen. Niet voor niets is dat ook internationaal- en Europeesrechtelijk zo vastgelegd. Als je gevlucht bent voor oorlog en de situatie in het land of de regio van herkomst verbetert, dan is het logisch dat je terug kunt keren. Asiel ziet immers op bescherming zolang het nodig is.

Bij de invoering van de Vreemdelingenwet 2000 is gekozen voor invoering van een eenstatusstelsel in plaats van een tweestatusstelsel, met name om het doorprocederen tegen te gaan en de uitvoering te ontlasten. Asielzoekers die subsidiaire bescherming ontvangen halen graag alles uit de kast om de hogere asielstatus van persoonlijke bescherming te verkrijgen, omdat daar meer rechten aan zijn verbonden.

Tegelijk zien wij ook dat geen enkel Europees land een eenstatusstelsel kent, en dat ons stelsel daarmee gunstiger is voor subsidiair beschermden. De SGP heeft er begrip voor dat gekeken wordt hoe de eisen voor nareizigers zodanig kunnen worden gemaakt dat de druk op de asielketen en onze voorzieningen minder wordt.

No-show IND
Ik wil hier even inzoomen op één maatregel uit de Asielnoodmaatregelenwet. De Kamer heeft een SGP-motie aangenomen waarin is verzocht te kijken naar het weigeren of buiten behandeling stellen van een aanvraag als de asielzoeker overduidelijk tegenwerkt en bijvoorbeeld herhaaldelijk niet komt opdagen bij een IND-gehoor. Bij één op de vijf IND-afspraken komt de asielzoeker niet opdagen, terwijl de IND-capaciteit enorm schaars is.

Middels deze wet wordt het nu mogelijk aanvragen af te wijzen op deze grond.
Dit gebeurt echter alleen bij dossiers waarbij voldoende aanwijzing is dat deze mensen ook geen recht op verblijf hebben. Dan heeft deze maatregel toch niet heel veel zin, zou je denken. De persoon in kwestie zou immers sowieso al niet worden toegelaten.

  • Wat verzet zich ertegen om de aanvraag van asielzoekers die er blijk van geven geen persoonlijke bescherming te willen, aangezien zij herhaald en doelbewust niet komen opdagen bij de IND, buiten behandeling te stellen of te weigeren?
  • Welke aanvullende mogelijkheden ziet de minister hiervoor?

Ik overweeg op dit punt een voorstel in te dienen.

Uitvoerbaarheid
Aanscherping van asielwetten is mooi, maar de maatregelen moeten wel werken. Voor de SGP is de uitvoerbaarheid daarom de sleutel tot succes. Op dit moment is de capaciteit bij de IND en de rechtspraak nog niet toereikend.

  • Hoe zorgt de minister ervoor dat deze wetten gaan werken?
  • Oftewel, hoe helpt hij de IND en de rechtspraak aan voldoende middelen en capaciteit, en wanneer is dat voldoende in zijn ogen?

Er is natuurlijk 115 miljoen toegezegd voor de uitvoering van deze wetten, en dat is positief. Uiteraard is de IND en de hele asielketen het meest gebaat bij meerjarige stabiele financiering. Naar aanleiding van een motie van de heer Bisschop zou dit worden onderzocht door een externe partij, waarna het advies hierover zou worden gedeeld met de Kamer. Wat zijn de uitkomsten hiervan, en wanneer kan de Kamer dit rapport tegemoet zien zodat we echt werk gaan maken van een robuuste en flexibele asielketen?

Inwerkingtreding
De uitvoerbaarheid wordt in hoge mate bepaald door het moment van inwerkingtreding van de verschillende onderdelen. De SGP zegt vanaf dag 1: hoe eerder deze maatregelen genomen worden hoe liever. Dat blijven wij benadrukken. Wel moet worden voorkomen dat de zaak straks in soep loopt, omdat de keten het niet meer aankan. Daarom zou ik zeggen de maatregelen die zo snel mogelijk kunnen worden genomen, moeten ook op de kortst mogelijke termijn inwerkingtreden. Daarnaast zegt de IND: houd rekening met de invoering van het migratiepact, en stem deze wetten daarop af.

  • Welk moment heeft het kabinet voor de afzonderlijke onderdelen in gedachten?
  • En hoe weegt hij hierin het uitvoeringsadvies van de IND?

Overgangsrecht
Een veelbesproken punt bij deze wetsvoorstellen is het overgangsrecht. Volgens de SGP moet hierbij afweging worden gemaakt tussen het belang van de effectiviteit van de wetten en de beginselen van rechtszekerheid en gelijke behandeling. Te ruime asielwetgeving moet worden beperkt, maar wel op een manier die deugdelijk is en niet meteen sneuvelt bij de rechter. We moeten niet hebben dat we straks op papier striktere wetgeving hebben, maar in de praktijk daar niet mee aan de slag kunnen.

  • Hoe kijken de ministers aan tegen de juridische houdbaarheid van de onmiddellijke werking op de verschillende onderdelen, en hoe groot achten zij de risico’s op dit punt?

Ik vraag de bewindspersonen hier in hun beantwoording uitvoerig op in te gaan, en ook voldoende waarborgen te bieden met oog op de rechtszekerheid.

Dwangsommen
Er is nog een punt waarop Nederland veel aantrekkelijker is dan andere landen: de asieldwangsommen. Als een asielaanvraag niet op tijd wordt afgehandeld, heeft de asielzoeker recht op een dwangsom. De bestuurlijke dwangsom is afgeschaft, maar rechterlijke dwangsommen moet de IND nog wel uitkeren. En laten die dwangsommen nu juist het meest in de papieren lopen. Het gaat vaak om duizenden euro’s en soms zelfs om tienduizenden euro’s per asielzoeker. De SGP vindt het ongewenst dat asielzoekers met enorme bedragen ‘profiteren’ van de malaise bij de IND.

De dwangsom heeft een averechts effect, want de regeling brengt de IND nog verder in de problemen. Ook de aanvrager helpt het niet, want de tijd die gestoken moet worden in het afhandelen van de dwangsomaanvragen kan niet gestoken worden in het eerder beslissen op zijn of haar aanvraag. Deze asielfile kost de Staat inmiddels een fortuin. Met ons amendement maken wij daarom een einde aan deze dwangsomregeling.

Natuurlijk moet de asielzoeker wel een stok achter de deur houden om af te dwingen dat hij of zij zijn beslissing tijdig krijgt. Daarom blijft de mogelijkheid behouden om naar de rechter te gaan, zodat die kan bepalen dat er voor een bepaalde termijn een beslissing moet worden genomen, maar dan zonder dwangsom. Aan de minister zou ik willen vragen:

  • Hoeveel euro verwacht de IND de komende jaren uit te keren mocht de rechterlijke dwangsom onverhoopt toch niet verdwijnen?

Hoger beroep
Door het eindeloos doorprocederen is het asielsysteem verworden tot een juridisch moeras, waarin we steeds verder weg dreigen te zinken. Wat de SGP betreft stoppen we met voortmodderen en stellen we hier paal en perk aan. Het hoger beroep zoals Nederland dat kent in asielzaken is niet Europees verplicht.

  • Hoe kijkt de minister naar het afschaffen of beperken van de mogelijkheden voor hoger beroep? Welke voor- en nadelen ziet hij?

Tot slot
Het Nederlandse asielbeleid is lang te ruim en te naïef geweest. Dat benadrukt de SGP al langer, en het is goed dat dit besef ook bij andere partijen steeds meer lijkt in te dalen. Deze wetten moeten ervoor zorgen dat die soepele wetgeving wordt aangescherpt, zodat ons land niet onnodig aantrekkelijker is ten opzichte van andere landen en de asielinstroom wordt teruggebracht. Maar er is meer nodig: we moeten voorkomen dat mensen de oversteek wagen, en er meer grip komt op wie hier binnenkomt. Daarvoor moeten we inderdaad toe naar een fundamenteel ander asielbeleid met aangepaste internationale en Europese verdragen, zodat die het grip krijgen op migratie niet langer in de weg zitten maar juist versterken. Ik zou bijna zeggen: en nu vooruit.