7 september 2021

Van der Staaij over impasse formatie

Lees of bekijk hier de bijdrage van SGP-fractievoorzitter Kees van der Staaij aan het debat over de kabinetsformatie.

Een ervaren buitenlandse diplomaat vroeg mij onlangs beleefd, natuurlijk onder het genot van een kopje koffie, waarom deze kabinetsformatie zo eindeloos duurt en voor geen meter opschiet. Hij begreep het niet. Het klopt toch, zei hij, dat die oude coalitie van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie voor de verkiezingen niet door onderlinge meningsverschillen uiteen is gespat? Ja, dat is zo, reageerde ik. En het is toch ook zo, ging hij verder, dat de zittende coalitie na de verkiezingen niet, zoals het zo vaak gaat, minder zetels heeft, maar met elkaar juist meer zetels heeft gekregen in de Kamer? Opnieuw moest ik hem gelijk geven. Maar, zo vroeg hij vertwijfeld, waarom wordt er dan niet gewoon allereerst serieus gekeken naar het verdergaan met dezelfde partijen? Inderdaad, goeie vraag. Ik mompelde wat over D66, die wat zetels gewonnen had, nieuw leiderschap en een zo progressief mogelijk kabinet. Maar ik begreep heel goed dat die buitenlandse diplomaat door dit antwoord geenszins overtuigd was.

Ook na lezing van het verslag van de informateur blijft de SGP het onbevredigend vinden. Meer dan dat: wij vinden het onverantwoord dat de mogelijkheid om verder te gaan met de coalitie van VVD, D66, CDA en ChristenUnie bijna een halfjaar na de verkiezingen voorbarig van tafel is geveegd.

Ik hecht eraan in dit debat ook te onderstrepen dat de impasse in de kabinetsformatie niet is te wijten aan het grote aantal kleine partijen. Ik wil dat toch even gezegd hebben, voordat morgen weer iemand spontaan bedenkt dat het land vraagt om een stevige kiesdrempel, omdat de kabinetsformatie zo lang duurt. Bij de achterliggende formaties waren het vooral de uitsluitingen door grote partijen die de formatie ingewikkeld maakten en waren juist de kleinere partijen vaak een onderdeel van de oplossing.

Hoe nu verder? Informateur Hamer geeft terecht aan dat het, nu de pogingen tot een meerderheidscoalitie te komen gestrand zijn, voor de hand ligt om te onderzoeken welke mogelijkheden er zijn voor een minderheidscoalitie. We begrijpen die gedachte. We hebben er wel een paar vragen bij. In de eerste plaats: hoe wordt voorkomen dat we daarmee opnieuw een "wie met wie"-discussie krijgen die opnieuw in een impasse eindigt? Twee. Hoe ziet de oud-informateur de verhouding tussen de partijen die het minderheidskabinet vormen en de overige partijen? Mijn derde vraag: is het niet raadzaam een duidelijke termijn aan dit onderzoek te verbinden?

Op zich is een minderheidskabinet ook voor de SGP zeker een begaanbare weg, een bespreekbare optie. Het kan ook een waardevolle impuls zijn om breder te kijken dan alleen coalitiepartijen. Ik las nog wat warme opmerkingen over dat we minder verkrampt moesten kijken naar een minderheidskabinet in een rapport van een staatscommissie parlementair stelsel, ook wel de commissie-Remkes genoemd. 

Ik wil tegelijkertijd wel heel duidelijk zijn. Als een partij als de ChristenUnie aan de kant wordt gezet, om vervolgens in volle vaart bescherming van kwetsbaar leven uit te hollen en de onderwijsvrijheid in te perken, dan bedanken wij voor de eer om een kabinet met zo'n programma positief tegemoet te treden.

De tijd tikt door. Veel burgers zijn met recht bezorgd over het gebrek aan voortgang in de formatie. Op alle partijen in deze Kamer rust de plicht en de verantwoordelijkheid om vanuit de eigen overtuiging gewetensvol bij te dragen aan het bestuur van ons land, op de inhoud open te staan voor samenwerking en niet lichtvaardig andere partijen uit te sluiten. Dat is ook wat de burgers van de politiek mogen verwachten. Daarom zal mijn fractie steun geven aan de motie om de mogelijkheden voor een minderheidskabinet te onderzoeken.