11 november 2025
Dereguleer en handhaaf beter op arbeidswetgeving
Vandaag debatteerde Peter Schalk over de Wet toelating terbeschikkingstelling arbeidskrachten. Reden voor de wet is omdat andere wetgeving moeilijk te handhaven is. Maar waarom komt er dan nog meer wetgeving bij? Hieronder leest u onze bijdrage.
Mevrouw de voorzitter, de voorliggende wet heeft een paar belangwekkende doelen, zoals het tegengaan van misstanden in de uitzend- en detacheringssector, het verbeteren van de positie van arbeidskrachten en wel vooral van arbeidsmigranten, en het creëert een gelijk speelveld voor uitleners en inleners.
En het moet gezegd: de wet toont een vrij compleet beeld. Zo komt er een toelatingsplicht voor uitzendbureaus, detacheerders, doorleners en in-doorleners. Er zijn toelatingseisen geformuleerd, zoals inschrijving bij KvK en een VOG voor rechtspersonen, er zijn kwaliteitscriteria geformuleerd als een soort normenkader. Bovendien is het toezicht geborgd bij de Arbeidsinspectie, we kennen de mogelijke boetes bij overtreding, er kan tijdelijk stilgelegd worden en de minister kan toelating weigeren, schorsen of intrekken. Daarnaast nog verplichtingen voor inleners, en rechten en plichten van uitleners. Aan alles is gedacht.
Maar dat levert natuurlijk ook wel weer wat vraagtekens op: wetgeving die zo gedetailleerd is zorgt wel voor toenemende regeldruk en daarbij toenemende kosten. Het Adviescollege Toetsing Regeldruk (ATR) heeft niet voor niets gewaarschuwd. De voorgestelde maatregelen zouden leiden tot 143 miljoen structureel aan extra regeldruk voor het bedrijfsleven, extra kosten aan leges en aan inspectie-instellingen, enzovoorts.
- Wie gaat dat betalen?
Want extra kosten zullen uiteindelijk gewoon volledig worden doorberekend. Maar een meer fundamentele vraag is:
- Hoe verhoudt de regulering van de uitzendsector zich tot de ook door het demissionaire kabinet gekozen route om minder regeldruk te willen creëren voor het bedrijfsleven?
De vraag is of dit alles haalbaar is, vooral voor de kleinere bedrijven, als de inhuur veel duurder wordt. Dat klemt wel enigszins met de flexibiliteit die juist voor kleinere bedrijven van belang was om tijdelijke expertise in te huren, om goed te kunnen inspelen op de behoeften van het moment. Ik duid hier vooral op de inhuur van specialisten en hoogopgeleiden, die vaak als eenling worden ingehuurd.
- Was de problematiek voor die groep die werkt met specialisten ook van dien aard dat het deze wet rechtvaardigt?
- Als dat laatste niet het geval is, hoe staat het dan met de proportionaliteit van deze wet?
- Ziet de minister andere mogelijkheden om maatwerkvoorzieningen toe te passen om de toename van de regeldruk voor deze groep te mitigeren?
Door de hoge uitvoeringslasten komen kleine bedrijven voor enorme uitdagingen te staan met betrekking tot hun bedrijfsvoering.
- Is inzichtelijk gemaakt wat deze wet betekent voor het midden- en kleinbedrijf dat voor specifieke expertise vaak is aangewezen op inhuur? Kunnen zij deze expertise blijven inhuren?
- En zo niet, wat betekent dat dan voor de bedrijfsvoering of zelfs de continuïteit van het mkb?
Mevrouw de voorzitter, met het voorgaande probeer ik aan te geven dat deze nieuwe wet geldt voor de hele uitzend- en detacheringsbranche, terwijl de problemen wellicht heel specifiek te duiden zijn.
Naast de aandacht voor de uitvoeringspraktijk moeten we ook oog hebben voor de handhaafbaarheid. Dat laatste is van belang, omdat gebleken is dat handhaving van bestaande wetgeving in de praktijk niet goed blijkt te werken. Anders was deze nieuwe wetgeving niet nodig. De minister geeft aan dat voorgaande wetten gebaseerd zijn op het principe van zelfregulering en dit in de praktijk niet werkt.
Echter, ook in een stelsel van zelfregulering moet er sprake zijn van toezicht en handhaving. Er worden nu een aantal zaken gereguleerd die in feite al door wetgeving zijn afgedekt. Onderbetaling, slechte arbeidsomstandigheden en slechte huisvesting zijn immers al verboden bij wet. Er wordt in de Wet allocatie arbeidskrachten aan intermediairs al vereisten gesteld, bijvoorbeeld de registratieplicht van arbeidsbemiddelaars. In de Wet arbeid vreemdelingen staan regels voor het tewerkstellen van mensen buiten de Europese Economische Ruimte. Voor werknemers uit de Europese Economische Ruimte gelden exact dezelfde arbeidswetgeving als voor Nederlanders.
Het probleem zit ‘m dus helemaal niet in de ‘zelfregulering’, want de verboden zijn door de overheid gesteld. Het probleem zit ‘m in de handhaving. Maar in plaats van investeren in de handhaving, bedenken we een nieuwe wet. De vraag is echter of met de invoering van deze wet de handhaving echt beduidend makkelijker wordt. Kan de minister mijn fractie op dit punt geruststellen?
- Oftewel, gaan toezicht en handhaving met deze wet opeens wel gelukken?
Mevrouw de voorzitter, mijn fractie wil net als iedereen dat misbruik van arbeidskrachten wordt tegengegaan, of ze nu gewoon hier uit NL komen of dat het arbeidsmigranten betreft. Wet- en regelgeving is er om te beschermen. Ik hoop dat de minister ons kan overtuigen dat deze wet daaraan een positieve bijdrage levert.
Ik zie uit naar de reactie van de minister.