Medische ethiek

Het menselijk leven is een kostbaar geschenk van God. We mogen daar niet achteloos aan voorbij gaan, alsof een nieuw mensenleven enkel een ‘klompje cellen’ is. Ook blijft het leven waardevol wanneer een mens aan het einde van het leven met veel pijn en moeite geconfronteerd wordt. Hoe moeilijk de omstandigheden ook kunnen zijn: het besef dat het leven van de mens een geschenk is, maakt duidelijk dat we op een verantwoorde manier om moeten gaan met het broze en vergankelijke leven. Een geschenk kapot maken voor de ogen van de Gever, is een slag in Zijn gezicht. Een overheid die toestaat dat pril kinderleven, leven met een handicap of leven in de laatste fase wordt gedood, gaat eraan voorbij dat God Zelf de Gever van ieder mensenleven is.

Het begin van het leven
Elk mensenleven is daarom beschermwaardig, ook het leven dat nog niet geboren is en in een pril stadium verkeert. De Wet afbreking zwangerschap (‘abortuswet’) spreekt met mooie woorden over de ‘bescherming van het ongeboren leven’, maar intussen werken de zorgvuldigheidseisen niet zoals het zou moeten. In de praktijk gaat het vermeende recht van de vrouw op abortus 33.000 keer per jaar ten koste van het leven van het kind. Deze abortuswet is in strijd met de menselijke waardigheid en moet vervallen. Zolang deze wet nog bestaat, moeten er duidelijke waarborgen komen die werkelijk gericht zijn op de bescherming van ongeboren leven. Daarbij is een sterke verlaging van de abortusgrens een belangrijke stap in de goede richting, maar niet voldoende. Het taboe op het beperken van de mogelijkheden voor abortus moet verdwijnen. Elk initiatief daartoe kan op onze steun rekenen.

Concreet:

  • De SGP wil dat de huidige abortuswet wordt afgeschaft. De beschermwaardigheid van het leven moet expliciet worden vastgelegd in de Grondwet. Zolang dit nog niet is gebeurd, moet de overheid er alles aan doen om het aantal abortussen te verminderen. Iedere abortus is er één te veel.
  • De SGP verzet zich tegen voorstellen om abortus uit het Wetboek van Strafrecht te halen of abortus zelfs aan te merken als ‘mensenrecht’. 
  • Dankzij de medische ontwikkelingen kunnen kinderen die te vroeg geboren worden met goede zorg in leven blijven. De 24-wekengrens die in Nederland wordt gehanteerd voor het toestaan van abortussen, is daarmee achterhaald en moet naar beneden worden bijgesteld. 
  • In Nederland komt het praktisch nooit voor dat een abortus medisch noodzakelijk is. Van financiering uit de publieke middelen kan daarom in principe geen sprake zijn.
  • Zolang abortusklinieken nog overheidssubsidies ontvangen, moet de manier waarop abortusklinieken deze subsidies besteden scherp worden gecontroleerd. De bekostiging wordt zo ingericht dat er geen prikkels bestaan om extra te verdienen aan meer abortussen. De Nederlandse Zorgautoriteit wordt aangewezen als toezichthouder.
  • De SGP wil herinvoering van een verplichte beraadtermijn.
  • De druk vanuit de omgeving op een vrouw om voor abortus te kiezen, kan groot zijn. Iedere vrouw die een abortus overweegt, moet er expliciet op worden gewezen dat het pogen om haar tot een abortus te dwingen een strafbaar feit is en dat het mogelijk is hiervan aangifte te doen, ook nadat de abortus heeft plaatsgevonden. Het verbod om drang of dwang uit te oefenen om een abortus te ondergaan, moet scherper worden gehandhaafd.
  • Abortusklinieken mogen ook nu al geen abortus uitvoeren als er vermoedelijk sprake is van druk of dwang. De gezondheidsinspectie controleert scherp of klinieken zich hier wel aan houden en brengt jaarlijks verslag uit over de praktijk van drang en dwang.
  • De SGP wil dat prenatale screenings pas na afloop van de abortustermijn mogen plaatsvinden, tenzij het mogelijk is om een beperking of aandoening al eerder te behandelen. Prenatale screenings zoals de NIPT en 13-wekenecho worden niet langer collectief vergoed. De SGP wil dat ouders altijd zelf moeten kunnen blijven bepalen of zij aan dergelijke onderzoeken meedoen. 
  • De SGP wil dat de overheid meer investeert in (onderzoek naar) prenatale en neonatale geneeskunde. 
  • De meningsvrijheid van door de overheid gefinancierde organisaties die hulp verlenen aan vrouwen die ongewenst zwanger zijn, dient stevig gewaarborgd te blijven. Het uitgangspunt dat ongeboren leven beschermwaardig is, strijdt niet met de abortuswet en staat professionele (keuze)hulpverlening niet in de weg.
  • Voor wakers bij abortusklinieken die op een integere manier hulp aanbieden aan vrouwen dit dat willen, heeft de SGP respect. In Nederland hechten we veel waarde aan de vrijheid om te demonstreren, óók als de boodschap als storend of confronterend wordt ervaren. Dit kan op zichzelf nooit een grond zijn om een demonstratie te weigeren.
  • Abortus is geen ‘exportproduct’. Abortustoerisme vanuit andere landen moet worden tegengaan. Abortusboten krijgen geen vergunning en reeds verstrekte vergunningen worden ingetrokken.
  • De abortuspil mag in Nederland alleen verstrekt worden in de abortuskliniek en sinds kort ook via de huisarts. De SGP was en is daartegen. De online verkoop van abortuspillen en het versturen van pillen via de post (naar het buitenland) moet verboden blijven. 
  • Nederlandse en Europese subsidies aan organisaties die wereldwijd abortus aanmoedigen of uitvoeren, worden ingetrokken. De SGP wil een fonds voor hulp aan onbedoeld zwangere vrouwen en hun kinderen, zowel in Nederland als wereldwijd.
  • Alle onbedoeld zwangere vrouwen die abortus overwegen, dienen informatie te krijgen over alternatieven voor abortus, zoals adoptie, pleegzorg, financiële ondersteuning, het regelen van huisvesting en opvang. Iedere arts wordt verplicht om in het eerste gesprek met een ongewenst zwangere vrouw haar zowel mondeling als schriftelijk te wijzen op alternatieven voor abortus. De gezondheidsinspectie controleert of dit daadwerkelijk gebeurd.
  • Vrouwen die een abortus overwegen, krijgen zowel mondeling als schriftelijk informatie over de mogelijke emotionele, psychische en fysieke problemen en klachten die na een abortus kunnen ontstaan. Deze ‘bijsluiter’ is nodig om daadwerkelijk een weloverwogen keuze te kunnen maken.
  • Wie een abortus overweegt, krijgt onafhankelijke en deskundige voorlichting door gespecialiseerde keuzehulpbegeleiders. De SGP wil dat deze keuzehulpgesprekken buiten de abortusklinieken plaatsvinden, door onafhankelijke, gespecialiseerde hulpverleners. De financiering van de keuzehulpgesprekken wordt in een wet geregeld.
  • Ouders die dat wensen, kunnen hun levenloos geboren kindje laten registreren in de Basisregistratie Personen. Inschrijving kan een belangrijke bijdrage leveren aan de verwerking na een abortus. Abortusklinieken en hulpverleners die nazorg bieden, moeten vrouwen daarom actief op deze mogelijkheid wijzen. 
  • Uit ervaringsverhalen blijkt dat onbedoelde zwangerschappen vaak voortkomen uit instabiele relaties. De overheid moet daarom gezonde (seksuele) relaties aanmoedigen, om zo het aantal abortussen terug te dringen. Gemeenten en het onderwijs kunnen hierbij een rol spelen. 
  • Embryo’s zijn geen dingen, maar (kleine) mensen. Het menselijk leven is vanaf het prilste begin beschermwaardig. De SGP wil daarom dat de overheid de financiering van onderzoek waarbij gebruik wordt gemaakt van embryo’s stopzet. 
  • Het kweken van embryo’s voor wetenschappelijke doeleinden blijft verboden. 
  • De risico’s en mogelijk ongewenste gevolgen van kiembaanmodificatie zijn op dit moment niet te overzien. Daarbij komt dat bij onderzoek naar en de toepassing van kiembaanmodificatie embryo’s verloren gaan. Het verbod op kiembaanmodificatie blijft daarom bestaan.
  • Innovatie op het gebied van stamcelonderzoek en -transplantatie moet worden gestimuleerd. Hierbij mogen alleen volwassen stamcellen worden gebruikt.
  • De SGP pleit voor terughoudendheid als het gaat om onderzoek naar en ontwikkeling van zogenoemde mens-diercombinaties. We zien risico’s op het gebied van veiligheid en de morele status van dergelijke mengvormen. 
  • De overheid zorgt ervoor dat het niet langer mogelijk is om (anoniem) buitenlands donorzaad te gebruiken bij kunstmatige bevruchting. Kinderen hebben het recht te weten wie hun biologische ouders zijn.

Het einde van het leven
Rond het levenseinde van mensen is er vaak veel nood: existentiële noden, ondraaglijke pijn, onpeilbaar leed en onbeschrijflijke eenzaamheid. Voor een deel kan het leed weggenomen worden door kwalitatief hoogwaardige palliatieve zorg. Door goede pijnbestrijding, psychosociale, pastorale en liefdevolle zorg aan het (sterf)bed. Zorg, niet alleen voor de patiënt zelf, maar ook voor diens naasten. De SGP stelt daarom extra geld beschikbaar voor de palliatieve zorg.

Concreet:

  • Er komen meer voorzieningen voor palliatieve zorg voor kinderen.
  • De SGP wil eenduidige, persoonsvolgende financiering van palliatieve zorg. Er komt hiervoor een speciale Wet palliatieve zorg. Alle mensen met een levensbedreigende aandoening krijgen daarmee toegang tot palliatieve zorg op de plek waar zij dat wensen. Door betere zorg in een (bijna) thuissetting kan het aantal onnodige ziekenhuisopnamen worden verminderd. 
  • Er kan méér gebruik gemaakt worden van de inzet van vrijwilligers in de terminale thuiszorg. De SGP wil de bekendheid hiervan vergroten bij patiënten, gemeenten en zorgaanbieders. 
  • Steeds vaker wordt gebruik gemaakt van palliatieve sedatie. Palliatieve sedatie mag nooit gebruikt worden als sluiproute om de zorgvuldigheidseisen voor euthanasie te ontlopen. De richtlijnen voor het gebruik van palliatieve sedatie moeten worden aangescherpt. 
  • We verbeteren de palliatieve zorg voor (jonge) kinderen. Ook voor deze doelgroep moet de best mogelijke zorg beschikbaar zijn. 

Mensen in nood moeten de hulp krijgen die zij op dat moment nodig hebben. Steeds vaker wordt ook in allerlei situaties de dood als hulp gezien. De SGP is er van overtuigd dat deze keuze niet goed is. Heftige pijn, de ontluistering bij dementie en een jong kind met een ernstige handicap betekenen veel leed voor de betrokkene en zijn omgeving. Euthanasie, levensbeëindiging en hulp bij zelfdoding zijn dan echter geen goede oplossing. Het bekorten van het leven, noch het onnodig verlengen van het stervensproces zijn in overeenstemming met respect voor de waarde van het menselijk leven. Palliatieve zorg is hier op zijn plaats.

Er wordt gelukkig naar gestreefd om zelfdoding zoveel mogelijk te voorkomen. In de lijn hiervan dient ook werk gemaakt te worden van het streng aanpakken van informatie over zelfdoding via boeken, websites en consulenten, omdat deze in strijd is met de noodzakelijke eerbied voor het leven.

Elke vorm van zelfdoding wordt zoveel mogelijk bestreden. De overheid neemt meer preventieve maatregelen om mensen tegen zichzelf te beschermen.

Concreet:

  • De SGP wil de Euthanasiewet intrekken. Zolang dit nog niet gebeurd is, wordt in ieder geval verdere verruiming van de mogelijkheden van euthanasie – op welke grond dan ook –niet toegestaan.
  • De Euthanasiewet is de afgelopen jaren stap voor stap uitgehold. Het criterium ‘uitzichtloos en ondraaglijk lijden’ moet duidelijker worden begrensd.
  • Jaar na jaar neemt het aantal euthanasiemeldingen toe. Euthanasie wordt steeds meer een normale manier om te sterven. De SGP vindt dit een zorgelijke ontwikkeling en pleit voor verdiepend wetenschappelijk onderzoek naar de precieze oorzaken. 
  • In de Euthanasiewet wordt ondubbelzinnig vastgelegd dat niet alleen een schriftelijke wilsverklaring, maar ook de actuele situatie waarin een patiënt zich bevindt, dient te worden meegewogen bij het besluit om al dan niet euthanasie te verlenen. Van euthanasie kan geen sprake zijn als iemand op het moment dat dit dient plaats te vinden, niet in staat is om daar nadrukkelijk om te vragen.
  • De druk van familie op artsen om euthanasie toe te passen bij personen met (vergevorderde) dementie zal de komende jaren verder toenemen. Artsen moeten hiertegen worden beschermd. 
  • Een levenslange beperking, zoals een ernstige verstandelijke handicap, mag niet worden geschaard onder ‘ondraaglijk, uitzichtloos lijden‘ en kan daarmee op zichzelf nooit reden zijn een euthanasieverzoek in te willigen. Ook het leven van mensen met een beperking verdient bescherming tot het einde.
  • Er moet meer onderzoek worden gedaan naar euthanasie bij mensen met psychiatrische ziekten. Zij zien de dood vaak zelf als enige oplossing voor hun lijden, terwijl er vrijwel altijd behandelmogelijkheden zijn. Omdat niet valt uit te sluiten dat de doodswens onderdeel van de ziekte is, moet de Euthanasiewet meer bescherming bieden voor mensen met psychiatrische klachten.
  • Het lijden van ongeneeslijk zieke kinderen kan hartverscheurend zijn voor de ouders, familie en vrienden. De SGP wil daarom fors investeren in de palliatieve zorg voor kinderen. Een regeling voor levensbeëindiging van kinderen tussen de 1 en 12 jaar acht de SGP geen begaanbare weg.
  • Zolang de Euthanasiewet van kracht is, mag euthanasie mag alleen worden toegepast door een arts die een behandelrelatie heeft met de patiënt.
  • Toetsing van euthanasiegevallen door de Regionale toetsingscommissies euthanasie (RTE) vindt pas plaats nadat iemand al is overleden. Gemaakte fouten zijn daarmee onherroepelijk. De SGP wil de Euthanasiewet wijzigen zodat de RTE euthanasieverzoeken vooraf beoordelen in plaats van achteraf.
  • Het is zeer wenselijk dat de beoordelingspraktijk van de toetsingscommissies transparanter wordt. Vergaderingen moeten worden genotuleerd en alle oordelen van de toetsingscommissies moeten openbaar worden gemaakt. Als een toetsingscommissie niet unaniem is in haar oordeel over een euthanasiedossier, dient de rechter zich daar altijd over te buigen.

‘Voltooid leven’

  • De SGP is tegen een ‘wet voltooid leven’.
  • Onderzoek naar ouderen met een doodwens wijst uit dat het verlangen naar de dood niet altijd op de voorgrond staat. De doodwens is ambivalent. Bij sommige ouderen verdwijnt de doodwens helemaal. De SGP pleit er daarom hartstochtelijk voor om de zorg en ondersteuning voor deze mensen te verbeteren! 
  • De wet wordt aangescherpt zodat personen of organisaties die al dan niet publiekelijk informatie over zelfmoordmethoden verstrekken, strafbaar kunnen worden gesteld voor hulp bij zelfdoding. 
  • De overheid draagt via publiekscampagnes actief bij aan een positief beeld van ouderen. Er mag geen maatschappelijk klimaat ontstaan waarin ouderen of mensen met veel zorgkosten zich tot last (gaan) voelen van anderen of anderszins druk ervaren om een einde aan hun leven te maken.
  • Het is belangrijk om ouderen een betekenisvolle plek in de samenleving toe te kennen. Er moet kritisch worden gekeken naar leeftijdsgrenzen voor bepaalde functies in het openbaar bestuur en de maatschappij. 
  • Een forse groep ouderen loopt al een leven lang rondloopt met een doodswens. Hierachter gaat vermoedelijk veel (onverwerkt) leed schuil. Zorgaanbieders, huisartsen en hulpverleners moeten de handen ineenslaan om dit bespreekbaar te maken en hulp te kunnen bieden. De SGP pleit ook voor vervolgonderzoek, waarbij in ieder geval wordt gekeken wat de oorzaak is van het relatief hoge aantal vrouwen met een actieve doodswens.
  • Veel ouderen piekeren over hun leven, over gemiste kansen, teleurstellingen en trauma’s uit het verleden. Voor hen zou psychologische hulp verlichting kunnen bieden.
  • Het komt voor dat gebrek aan goede, tijdige of juiste zorg aanleiding geeft tot een doodswens. Dat is onverteerbaar. De SGP wil dat de gezondheidsinspectie onderzoekt hoe vaak zulke situaties zich voordoen.

Orgaandonatie

  • Het wel of niet doneren van organen is een gewetensvolle, persoonlijke keuze die mensen zelf moeten maken. De SGP is daarom tegen de huidige opzet van de Donorwet, waarbij mensen na hun overlijden automatisch donor worden als ze geen keuze registreren. Wat de SGP betreft, wordt dit dan ook teruggedraaid.
  • Zolang de huidige opzet van kracht is, moet in ieder geval heel serieus geluisterd worden naar de zorgen van mensen over er gebeurd met het lichaam van henzelf of hun geliefden na de dood. Als er geen keuze is vastgelegd, moeten familieleden altijd een orgaandonatie nog kunnen tegenhouden.
  • In ieder geval moet in de Donorwet een uitzondering komen voor wilsonbekwamen. Zolang dat niet gebeurd, is bijzondere aandacht nodig voor kwetsbare groepen zoals laaggeletterden, mensen met een verstandelijke beperking of ouderen met dementie. 
  • Patiëntenorganisaties kunnen mensen ondersteunen bij het maken van hun keuze. Ziekenhuizen zorgen ervoor dat de voorlichting en procedures rondom orgaandonatie zo duidelijk en zorgvuldig mogelijk zijn. Er moet meer aandacht komen voor donatie van organen of weefsel bij leven. 
  • Ook technologische innovaties, zoals de ontwikkeling van kunstorganen, kunnen eraan bijdragen dat er meer mensen geholpen kunnen worden die op een wachtlijst staan voor orgaandonatie. De SGP juicht dergelijke innovaties toe, mits bij de ontwikkeling van nieuwe technologie de beschermwaardigheid van het leven wordt gewaarborgd.
  • Orgaandonatie bij euthanasie komt steeds vaker voor. Dit roept vragen op. Voorkomen moet worden dat mensen na euthanasie als ‘genoegdoening’ hun organen doneren. De arts die de orgaandonatie begeleidt, mag niet tevens betrokken zijn bij het euthanasietraject. 
  • Orgaandonatie mag alleen plaatsvinden als de persoon hersendood is verklaard, dus niet wanneer deze in diepe sedatie is.

Vaccinatie

  • De SGP is tegen vaccinatiedwang of -drang, in welke vorm dan ook. Hiermee dringt de overheid op een oneigenlijke wijze binnen in de persoonlijke levenssfeer van mensen.
  • De SGP vindt het belangrijk dat ouders een gefundeerde en gewetensvolle keuze maken over het vaccineren van hun kinderen. Ouders moeten daarom worden voorzien van correcte informatie over inenten.
  • Artsen, patiëntenorganisaties of medewerkers van een consultatiebureau kunnen ouders op een gepaste wijze helpen bij het maken van hun keuze om al dan niet te vaccineren.





Terug naar overzicht

Lid worden

Dankzij zo'n 30.000 SGP-leden, kunnen wij, landelijk en lokaal, een vuist maken in de politiek. Wil jij hier ook aan bijdragen?

Doneren

Is een lidmaatschap niet wat je zoekt, of je bent al lid? Ook financiële steun stellen wij erg op prijs.

Werk mee

Wil jij bijdragen aan het behalen van onze doelen? Bekijk dan de openstaande vrijwilligers- en vaste functies.