17 april 2020

Niet zwijgen bij Turkse grafschennis

 

Christenen hebben het steeds moeilijker in het islamitische Turkije van president Erdogan. Een veelzeggend, schrijnend voorbeeld daarvan is de vernieling van 72 grafstenen van christenen. Dat gebeurde niet ergens ver weg in een afgelegen Turkse provincie aan de grens met Syrië, maar nota bene in de hoofdstad Ankara. Christenen in Turkije spreken van een trend.

Onder meer naar aanleiding van de vernieling van de graven van christenen in Ankara hebben SGP, CDA en CU bij de Nederlandse regering aan de bel getrokken. Dat deden ze in schriftelijke vragen aan minister Blok van Buitenlandse Zaken. SGP-kamerlid Van der Staaij die het initiatief nam tot de vragen: “De onderdrukking en achterstelling van christenen in Turkije is al jaren gaande, maar dit is een nieuw dieptepunt. Ik kan deze grafschennis niet los zien van de steeds agressievere toon tegen christenen in bijvoorbeeld schoolboeken, staatsgezinde media en preken in moskeeën.

De SGP-voorman aarzelt niet te spreken van ‘haat zaaien’. Hij wil dan ook dat minister Blok hierover contact opneemt met zijn Turkse ambtgenoot. “Als we zwijgen, dan zal het voor de christenen in nota bene NAVO-bondgenoot Turkije alleen nog maar moeilijker worden. Daarom moeten we iedere keer weer protesteren als ons zulke berichten bereiken. De lijntjes die er zijn met de Turken, moeten we gebruiken. Op hoop van zegen,” aldus Van der Staaij.  

 

Schriftelijke vragen van de leden Van der Staaij (SGP), Van Helvert (CDA) en Voordewind (ChristenUnie) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de vernieling van graven van christenen in Turkije

 

  1. Kent u het bericht “Graven van christenen in Turkije vernield”?
  2. Kunt u bevestigen dat “ontheiliging” van graven en kerkhoven – denk aan de vernieling van 72 grafstenen op een christelijke kerkhof in Ankara op 14 februari – een groeiend fenomeen en probleem is in Turkije?
  3. Klopt het dat dit fenomeen past in een bredere trend van toenemende druk op christenen in Turkije, zoals ook uiteengezet in achtereenvolgende rapporten de Turkse Unie van Protestantse Kerken?
  4. Wie zijn de veroorzakers van dit soort vernielingen en welk maatschappelijk klimaat draagt hieraan bij?
  5. Kunt u bevestigen dat er sprake is van haat zaaien tegen christenen via boeken die gebruikt worden op basisscholen, maar ook bijvoorbeeld via (staatsgezinde) kranten of preken in moskeeën? Zo ja, hoe beoordeelt u dit?
  6. Klopt de bewering dat in Turkse schoolboeken missionaire activiteiten omschreven worden als nationale dreiging?
  7. In hoeverre wordt haat zaaien in het algemeen, en grafschennis in het bijzonder, daadwerkelijk tegengegaan in Turkije, of is er sprake van straffeloosheid?
  8. Bent u bereid met uw Turkse collega in gesprek te gaan over het actief beschermen van de rechten, vrijheden en veiligheid van (protestantse) christenen in Turkije, en ook het (ongestraft) vernielen van graven van christenen daarbij te betrekken?